De provincie Noord-Holland gaat vanaf 11 oktober weer vergunningen verlenen voor ‘stikstofgerelateerde activiteiten’, dat wil zeggen ook voor het bouwen van huizen of het aanleggen van wegen.

De vergunning wordt verleend “zolang de activiteiten niet leiden tot een stijging en in veel gevallen feitelijk tot een daling van stikstofbelasting.”

Alle bouwvergunningen waren opgeschort als ze gebruik maakten van het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Die vergunningen werden door de Raad van State niet langer toegestaan omdat ze uitgingen van het compenseren van de stikstof-uitstoot in de toekomst zonder dat zoiets echt was aangetoond.

De nieuwe regels van Noord-Holland en de andere provincies is dat nu van tevoren moet worden aangetoond dat emissie en depositie met zekerheid afnemen of niet stijgen.

Esther Rommel, gedeputeerde Natuur en Landschap van Noord-Holland zegt in het persbericht van de provincie:

“De vergunningverlening kan weer van start. Maar de spelregels zijn sterk veranderd sinds de uitspraak van de Raad van State dat de vergunningverlening volgens PAS niet voldoet. De uitstoot mag absoluut niet meer toenemen en, moet waar mogelijk, verminderen. In de beleidsregels die vandaag door alle 12 Gedeputeerde Staten zijn vastgesteld staan strikte voorwaarden waaraan vergunningen moeten gaan voldoen.”

Bij een vergunning moet aangetoond worden er ‘per saldo’ geen stikstof uitgestoten wordt of dat de uitstoot geen significante effecten heeft op Natura 2000-gebieden.

“Dit kan door de uitstoot te beperken met schonere technieken of door een beperkte stijging van de emissie te salderen met een veel grotere daling van een andere bron; het extern salderen.”

Dat laatste betekent dus dat verschillende projecten aan elkaar gekoppeld kunnen worden. De totale uitstoot mag dan niet groter worden.

Of dit in de praktijk tot werkbare oplossingen leidt weten we niet. Het kabinet heeft in het rapport-Remkes te horen gekregen dat juridische slimmigheidjes niet voldoen: er moet echt minder uitgestoten worden. Versnelde afbouw van intensieve veehouderij en verlaging van de maximum snelheid zou een optie zijn. Voor de Zaanstreek dus het laatste. Als dat omlaag gaan naar 50 (provinciale wegen) en 80 (rijkswegen) kan er weer gebouwd worden, dat zijn immers oplossingen die meteen effect hebben. Het planten van een nieuw bos duurt veel langer.