Vorige week verliet de laatste ‘inwoner’ de tenten in het Veldpark voor een volgende stap in de procedure. Kimberly van der Wacht, tweedejaars student aan de Hogeschool van Amsterdam Media, Informatie en communicatie ontmoette Hamid een paar maanden geleden en ze vroeg naar zijn verhaal. 

Wij plaatsten het graag:

Toen bekend werd dat de Dam tot Dam-tenten zouden blijven staan voor vluchtelingen, hadden veel Zaankanters hun mening klaar. Sommige mensen vonden het een goed initiatief, anderen waren er op tegen.

Zelf was ik erg nieuwsgierig naar het verhaal van de vluchtelingen en ik besloot de opvang te bezoeken.

Voor de ingang kwam ik Hamid tegen, een jongen die graag zijn verhaal wil delen.

Wie ben jij?

“Mijn naam is Hamid en ik ben 20 jaar. Ik ben geboren in Damascus, dat is de hoofdstad van Syrië. Ik woon daar al mijn hele leven samen met mijn vader, moeder, jongere zusjes en broertje. Mijn vader had een leuke baan als automonteur en mijn moeder zorgt voor de familie en deed het huishouden. Samen met mijn broertje en zusjes ging ik met veel plezier naar school”.

 Waarom ben je gevlucht?

“Damascus is voor mij en mijn familie geen veilige plek meer om te wonen. Er worden bommen gegooid en zelfmoordaanslagen gepleegd. Door één zelfmoordaanslag van een terrorist ben ik mijn tante en twee nichtjes verloren. De mannen en jongens in onze stad worden gedwongen om zich aan de sluiten bij Islamitische Staat en moeten meehelpen om de families die zich verzetten te vermoorden. Ook mijn vader werd gedwongen om zich aan te sluiten. Mijn vader zei dat hij akkoord zou gaan met de terroristen. Die nacht maakte hij mij en mijn broertje wakker. Hij zei dat we moesten vluchten, mijn moeder en zusjes zouden achterblijven want de reis zou te gevaarlijk zijn voor hen. Mijn vader had met mama afgesproken dat zij zou vertellen dat wij die nacht zijn omgekomen”.

Hoe was de reis naar Europa?

“Ik was ontzettend bang op de nacht dat we vetrokken. Mijn broertje en ik hebben geen afscheid kunnen nemen van onze moeder en zusjes, ik ben hier nog heel verdrietig om. Mijn vader zei dat we naar de grens van Syrië moesten lopen. Vanaf daar zouden wij met een vrachtwagen van Turkije naar Europa rijden. We hebben geen tijd gehad om schone kleren te pakken en drinken mee te nemen. Toen we aankwamen bij de Syrische grens moesten we erg stil zijn omdat er militairen lopen die de grens streng bewaken. Mijn vader fluisterde dat we moesten rennen naar de vrachtwagen en niet om moesten kijken, om ons heen werden mensen neergeschoten. Ik ben nog nooit zo bang geweest, maar gelukkig hebben wij het gered”.

Wat vind je van de opvang in Nederland?

Op het moment dat wij in Nederland aankwamen heb ik gehuild, zo blij en opgelucht was ik. We zijn in veel verschillende opvangcentra geweest, maar onze eindbestemming is hier in Zaandam. De eerste week was zwaar voor ons, want het vroor buiten en er waren geen kachels. Ook het warme water deed het niet waardoor wij ons met ijskoud water hebben moeten wassen. Ik vond de toiletten heel vies en het wc-papier was vaak op. Vanwege de kou en de storm zijn wij voor twee dagen overgeplaatst naar een sporthal in een nabijgelegen woonwijk. Ons tentenkamp was namelijk één modderpoel en de tenten waren niet bestand tegen de harde wind. Ik was heel blij om weer eens echte muren om mij heen te hebben in plaats van tentzeil”.

Ben je op de hoogte van alle protesten tegen jullie als vluchtelingen?

“Toen wij net aankwamen in Zaandam voelde ik me niet welkom. De buren scholden ons uit en bekogelden ons met eieren, dat deed ons veel pijn. Wij komen in vrede en hebben geen kwaad in de zin. Gelukkig ervaar ik dat nu anders. De meeste Nederlanders begroeten ons hartelijk en willen ons helpen. De Noorderkerk tegenover onze opvang nodigt ons dagelijks uit voor een gezellig praatje en een warm drankje. Voor ons voelt de kerk als een warme deken. Eindelijk een plek met vriendelijke mensen die ons graag willen helpen. Ik krijg hier dagelijks wat te eten en drinken en ik leer Nederlands van een lieve juf. Ik kan al een paar zinnen foutloos zeggen”.

Wat zijn jouw plannen voor de toekomst?

“Ik hoop dat mijn vader een verblijfsvergunning kan krijgen zodat mijn moeder en zusjes ook naar Nederland kunnen komen. Ik mis ze heel erg en ik droom elke nacht dat hen iets ergs overkomt. Ik wil graag in Nederland een toekomst opbouwen, samen met mijn familie. Een studie volgen lijkt mij erg leuk. In Syrië studeerde ik voor technicus maar nu wil ik graag een lerarenopleiding volgen. Als de oorlog voorbij is wil ik misschien weer terug naar mijn thuisland maar dat weet ik nog niet zeker”.

Kimbery veldpark
Foto: Kimberly van der Wacht