‘Iedereen moet werken voor zijn brood, en eenden al helemaal’, vindt Leo.

Vanuit zijn woonboot in Oostzaan heeft hij prima zicht op de klaplopers die de ganse dag ronddrijven in de sloot. ‘‘Hangdobbers’ noemen we ze.’

Erg happig om de snavels te vullen is Leo niet:

‘Soms wat doperwten als ze het echt vriendelijk vragen, maar als ze er een beetje moeite voor doen, dan zijn er waterplanten en is er gras genoeg.’

De verwende hangdobbers uit Oostzaan azen echter niet op erwten maar op brood, weet Leo:

‘Ik woon tussen die beesten, dus weet welke ‘kwèk’ ‘brood!’ betekent.’

De meest brutale dame, Knier, drong zich vandaag zo ergerlijk op, dat Leo geen zin meer had om op zijn steiger te zitten. Mopperend ‘zelfs bedelaars bedenken een act om een beloning te verdienen!’ ging hij binnen zitten met de schuifdeur dicht.

Na vijf minuten werd er op het raam getikt. Er stond een eend met een grijze snor. Leo nam twee kapjes uit de broodtrommel, opende de deur en gaf het de eend: ‘Eet smakelijk, meneer!’

Leo lacht en fluistert met zijn hand voor zijn mond:

‘Natuurlijk zag ik dat het Kniertje was, ik speelde het spel mee. Maar creativiteit moet worden beloond, ze heeft ervoor gewerkt en ik heb zelf ook zo’n snor.’

Kniertje foto: Lokie/Leo