Onderwerp: Bescherming van de leefomgeving tegen buitensporige overlast door herhaalde demonstraties

Door: Peter van Haasen

Geachte burgemeester Hamming,

De afgelopen periode wordt de gemeente Zaanstad in toenemende mate geconfronteerd met demonstraties die, door hun frequentie, duur en geluidsbelasting, zorgen voor aanzienlijke overlast voor bewoners en ondernemers. De leefomgeving van inwoners komt hierdoor ernstig onder druk te staan.

Het recht op betoging, verankerd in artikel 9 van de Grondwet en artikel 11 EVRM, is uiteraard een fundamenteel onderdeel van onze democratische rechtsorde. Toch geldt ook hier dat waar het ene grondrecht wordt uitgeoefend, het andere niet mag worden aangetast. Artikel 8 EVRM beschermt burgers tegen inmenging in hun privéleven, woning en leefomgeving en legt de overheid een positieve verplichting op om hen te beschermen tegen buitensporige hinder, ook wanneer die hinder wordt veroorzaakt door derden.

Uit vaste jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (onder andere López Ostra t. Spanje, 1994 en Fadeyeva t. Rusland, 2005) blijkt dat overheden niet passief mogen blijven wanneer burgers structureel worden blootgesteld aan geluidsoverlast of verstoring van hun woonomgeving. Een overheid die nalaat op te treden tegen aanhoudende en excessieve overlast, kan daardoor in strijd handelen met artikel 8 EVRM.

Zaanstad heeft, mede gelet op de Wet openbare manifestaties (WOM), voldoende juridische ruimte om binnen redelijke grenzen de leefbaarheid te beschermen. De WOM biedt de burgemeester expliciet de mogelijkheid om voorschriften of beperkingen te stellen aan demonstraties in het belang van:

  • de openbare orde,
  • de gezondheid, en
  • de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen — waaronder het recht op een rustige en veilige leefomgeving (artikel 8 EVRM).

In het licht daarvan is het bestuurlijk verdedigbaar en maatschappelijk wenselijk om beleid te ontwikkelen dat:

  • de duur en frequentie van herhaalde protesten beperkt;
  • tijdvakken en locaties aanwijst die kwetsbare woongebieden ontzien;
  • geluidsnormen en verboden op versterkte apparatuur hanteert; en
  • de structurele belasting van dezelfde locatie voorkomt via een rotatiesysteem of spreidingsbeleid.

Deze maatregelen raken niet aan de inhoud van het demonstratierecht, maar zorgen wél voor een redelijke balans tussen grondrechten en leefbaarheid. Het EVRM verlangt die “fair balance” nadrukkelijk van lokale overheden.

Ik roep u dan ook op om in uw rol als burgemeester krachtig op te treden tegen buitensporige en herhaaldelijke overlast, en om binnen het Zaanse demonstratiebeleid het artikel 8 EVRM-beginsel expliciet te verankeren als toetsingsgrond. Daarmee wordt niet alleen de rechtspositie van inwoners versterkt, maar ook het vertrouwen dat de gemeente daadwerkelijk zorg draagt voor een ordelijke en leefbare stad.

Met vriendelijke groet,

Peter van Haasen
Voorzitter Stichting PVV Zaanstreek, en bewoner Russische buurt

Door: Peter van Haasen, de foto is van Xander.