Als secretaris van een Zaanse vereniging kreeg ik post in een envelop die duidelijk maakte dat het een uitnodiging betrof van Zaanstad, de Rabobank en het Sportbedrijf Zaanstad. Geen misverstand mogelijk.

De brief daarentegen was van WeSpark Zaanstreek, ‘de eerste Zaanse energiecoöperatie die later dit jaar rechtstreeks mag leveren aan particulieren zonder de tussenkomt van een grote energiereus. Wij zijn 100% Zaans en delen onze energie met alle Zaankanters’.

Door Jaap de Jong

Dit ondernemende doel krijgt een maatschappelijk tintje, want de club kan een financiële premie verdienen van tien euro voor elk jaar dat een lid van onze club klant is van WeSpark. Bovendien kunnen we kwartaalsprintjes maken voor een spaardoel. ‘Met elk nieuw lid dat jullie aanbrengen bij WeSpark, vergroten jullie de kans op het winnen van een kwartaalsprint’. Qua marketing en zeggingskracht maakt de kleine coöperatie al een behoorlijk volwassen en ervaren indruk: ‘Wij helpen jullie deze actie zichtbaar te maken door teksten, spandoeken, posters, flyers en online banners aan te leveren. Hiermee kun je leden, buren, familie en kennissen enthousiasmeren om over te stappen naar WeSpark…’.

Het kan niet op.

Wie zijn de verantwoordelijken?

Als je al zo ver wilt gaan om leden te werven voor een energieleverancier, ook al is dat maar een dwerg, dan wil je toch ten minste weten aan wie je de leden toevertrouwt. Want als het onverhoopt een zeperd wordt of de klanten zijn ontevreden over de dienstverlening, dan doet dat de relatie leden-club geen goed. Lijkt me toch een afbreukrisico waar de energiecoöperatie over heeft nagedacht alvorens deze brief te versturen. Je legt dan toch uit wat je in huis hebt aan kennis en ervaring om je doel waar te maken. Dat is minimale basisinformatie die je zonder al te veel moeite zou moeten kunnen vinden. Hier heeft de organisatie duidelijk een brengplicht.

Op de website moet je niet zijn voor informatie over de organisatie: wie vormen de coöperatie, wat is de ervaring, wat voor soort coöperatie is het, wie bestuurt en leidt en wie houdt toezicht? Wie zijn de verantwoordelijken? Het enige wat de website over de organisatie vermeldt, is een huisadres in Zaandam dat ook in de brief staat, een telefoonnummer en een e-mailadres. Met andere woorden: zoek het zelf maar uit.

In die brief krijgen we de vriendelijke groeten van Jaap Dooves die zich kwartiermaker noemt, maar als projectmanager en projectontwikkelaar terugkomt op de website van…  Devcon ecosystems. Devcon, lees ik, gaat zijn klanten voor ‘in de transitie naar duurzame energie en begeleidt hen daarbij van fossiel naar schoon’.

Uit een publicatie in Zaan Business (editie 2; mei 2019) zou je de conclusie kunnen trekken dat de brief aan de Zaanse verenigingen een voorbarige actie is, omdat het platform nog niet klaar is:

‘De grote aftrap voor consumenten laat dus nog even op zich wachten. “Eerst zetten we met de Zaanse bedrijven een stabiel platform neer waarbij we hen de volledige aandacht kunnen geven en de juiste support kunnen bieden die zij verdienen. De kennis en ervaring die we hiermee opdoen nemen we uiteraard mee als we straks gaan leveren aan de Zaanse consument,” vertelt Dooves. Naar verwachting kunnen in augustus de eerste consumenten zich bij WeSpark aansluiten.’

Ruilhandel met adressen?

Los van de principiële vraag of je als vereniging je leden moet benaderen over een privézaak als de keuze van hun energieleverancier, doemt daar ook weer die verrekte AVG op. Verenigingen hebben het al zo moeilijk met bepalen wat nou wel en niet onder de privacywetgeving valt. Krijg je deze clubactie ook nog eens op dat bordje. Je vraagt je toch af of je je niet schuldig maakt aan een verkapte vorm van ruilhandel met privéadressen. De secretaris heeft toch het gevoel dat die fossiele tijd, zonder opdringerige en ondoordachte correspondentie, nog niet zo gek was. Wat Zaanstad, de Rabobank en Sportbedrijf Zaanstad met deze clubactie te maken hebben, is nog steeds een raadsel.