Wethouder Gerard Slegers (CDA) vatte het beknopt samen aan het eind van de raadsvergadering in Zaanstad: “wij kennen vele successen, maar Bokashi is er niet één van.”

Slegers overleefde een ‘motie van treurnis’, ook een motie waarin gevraagd werd meer ‘in control’ te zijn, haalde het niet. Van harte ging het niet, de raad was niet blij met Bokashi en ook niet met het tempo waarmee op klachten was gereageerd.

Melchior Mattens (PvdD), één van de aanvragers van het interpellatiedebat en mede-indiener van de moties, was eigenlijk wel voorstander van Bokashi maar moest toegeven dat het er op papier allemaal mooier uitzag dan in de praktijk.

Vervuiling

Het verzamelde bladafval zou prima als meststof kunnen dienen, maar als er vervuiling (plastic, glas, blik, zwerfafval) inzit, wordt dat ook uitgereden en opnieuw verspreid. Als de Bokashi dan ook ook eens te vroeg wordt uit gereden levert dat een stinkende massa op, als het te dik wordt aangebracht, verstikt het de ondergrond en als er gemaaid wordt, raakt het afval nog meer verspreid.

En dat gebeurde op grote schaal in Zaanstad, o.a. bij de Jagersplas, langs de Gouw en de M.L Kingweg, in Saendelft, het Noordsterpark bij bij de Grote en Kleine Beer – in totaal ging het om zo’n 50 hectare. En niet voor de eerste keer. Ook in april en oktober 2020 was vervuilde Bokashi aangetroffen. Nadat er klachten kwamen, had het lang geduurd voordat er actie werd ondernomen. Mattens: “signalen vanuit bewoners zijn veel te lang genegeerd”.

Roland van Braam (SP): “we zijn zeer teleurgesteld over de wijze waarop de wethouder de klachten heeft afgehandeld en de slechte communicatie.” Van Braam was ‘zeer ontstemd’ dat er zo laat gereageerd werd op de brandbrief om meteen te stoppen met Bokashi.

Aansporing

Marianne de Boer (LZ) herinnerde Slegers eraan dat hij april en oktober 2020 ook al beterschap had beloofd, “is de wethouder nog wel in control“. Dat laatste inspireerde de indieners LZ, SP, PvdD en DZ tot de moties, Juliëtte Rot (DZ): “zie het als een aansporing, de wethouder moet er van overtuigd zijn dat hij in control is”.

Slegers leek bij zijn beantwoording toch iets van zijn Brabantse flair en politieke behendigheid te missen. Ook hij was “zeer teleurgesteld, het is ons helaas niet gelukt om het tot een goed einde te brengen.” De wethouder benadrukte nog eens dat de methode ‘veel potentie’ heeft. Bokashi wilde hij zelf nog niet bij het afval zetten, hij ging kijken ‘op welke wijze” het door zou kunnen gaan.

Zomaar ingrijpen kon niet, “we zitten op een rijdende trein”. Slegers beloofde te gaan evalueren, en Raadsinformatiebrief met uitleg “waarom het fout is gegaan”, hij ging eerder en beter communiceren en onderzoeken of er sneller gereageerd kon worden, het kreeg ‘aandacht’, Zaanstad was een ‘lerende organisatie’, hij kwam er op terug en was er mee bezig, “het is een lange weg”.

Stinkende best

Slegers zei dat aan de basis een kwaliteitsprobleem bij het schoonhouden van de openbare ruimte ligt: “we willen van C- naar B-kwaliteit” maar in de praktijk is dat lastig, in het centrum van Zaandam zou al dat afgeschaald zijn van A+ naar A, Maar “de mensen in buitenruimte doen hun stinkende best.”

Dat was niet genoeg voor Van Braam (SP), De Boer (LZ), Rot (DZ) en Mattens (PvdD) en zij dienden toch twee moties in om Slegers ‘aan te sporen’. Die kregen geen meerderheid. Maar de boodschap was duidelijk.

Lees hier ons hele Bokashi-dossier.