De zorg in Zaanstad staat onder enorme druk, vooral voor mensen met ingewikkelde hulpvragen. MEE Dichtbij Zaanstad helpt deze mensen onafhankelijk en op maat, maar krijgt te maken met flinke bezuinigingen. Daardoor komt hun belangrijke werk onder druk te staan.
Lokaal Zaans-duo-raadslid Rob Karst noemt die bezuinigingen onverstandig en liep vorige week een dag mee met MEE om te ervaren wat de impact is.
MEE Dichtbij is een stichting die hulp biedt aan mensen die dit nodig hebben, als portaal voor doorverwijzing onder meer naar jeugdhulp, los van de Sociale Wijkteams. Regiomanager Wahiba Nazih waarschuwde op 3 juni in het Zaanstad Beraad al dat de geplande halvering van de gemeentelijke subsidie vanaf 2027 deze rol hard zou raken.
Bezoek
Tijdens het bezoek werd het voor Rob Karst pijnlijk duidelijk dat de zorgverlening, en vooral de jeugdhulp, in Zaanstad een stuk slimmer en efficiënter kan worden georganiseerd. Volgens hem begint dat met een goede intake aan de voorkant. Als je daar al de juiste vragen stelt en het proces goed inricht, scheelt dat later in het hele begeleidingstraject. ‘Daar zijn professionals voor nodig,’ zegt Karst.
Hij vindt dat de medewerkers van MEE precies die kennis hebben om een zorgvraag op waarde te schatten en iemand zo nodig door te sturen. ‘Zelden heb ik een team met zoveel bezieling en vol overgave aan het werk gezien.’ Maar, voegt hij eraan toe, in de praktijk is het nu vaak versnipperd.
‘Nu is het een ratjetoe van organisaties en Sociale Wijkteams die dit werk ook uitvoeren zonder vaak over het juiste gereedschap en kennis te beschikken.’
Ook Wahiba Nazih van MEE Dichtbij sloot zich daar in haar inspraak bij aan. Ze vindt dat inwoners niet van het kastje naar de muur gestuurd mogen worden. Volgens haar moeten organisaties als MEE, met hun ervaring en vakkennis, een stevige rol houden in het toewijzen en begeleiden van zorg.
Subsidie
Zowel Karst als Nazih maken zich grote zorgen over de voorgenomen halvering van de gemeentelijke subsidie voor MEE Dichtbij vanaf 2027. Volgens Nazih ondermijnt zo’n bezuiniging juist het werk van haar organisatie: het vroegtijdig oppakken van complexe hulpvragen en het snel doorverwijzen naar passende zorg. Met minder geld kunnen minder mensen op tijd geholpen worden en lopen problemen vaker uit de hand, terwijl MEE de afgelopen jaren steeds meer werk heeft gedaan dan waar eigenlijk budget voor was.
‘Waarom? Omdat de vraag toenam. Omdat de samenleving complexer wordt. En omdat we het niet over ons hart kunnen verkrijgen om mensen, vaak met een (niet altijd zichtbare) beperking, in de kou te laten staan.’
Karst vindt het een slecht signaal om juist nu te bezuinigen op MEE Dichtbij, terwijl de druk op de jeugdhulp en het sociaal domein alleen maar groter wordt. Zo’n korting maakt de problemen volgens hem alleen maar erger: het speelveld raakt verder versnipperd en er verdwijnt geld in trajecten die weinig opleveren.
Hij ziet MEE als een van de weinige onafhankelijke schakels die nog echt overzicht en kennis hebben. Die kwijt raken is slecht voor inwoners en voor het hele zorgsysteem:
‘Het voortouw moet door gemeenteraden genomen worden. Zij zijn de regisseur en kunnen de keuzes maken. Werk aan de winkel dus!’
Door Nick Boeske, met informatie van Rob Karst, inspraak van Wahiba Nazih en LinkedIn van MEE Dichtbij. Foto: screenshot uit een filmpje van MEE Dichtbij, gemaakt tijdens het bezoek van Karst.
Ik zou het heel jammer vinden als MEE verdwijnt. Ze helpen kids op weg door de wirwar van regelingen. Nee ze mogen zelf niets doen maar kunnen door hun expertise wel meehelpen met het indienen van aanvragen. En ik weet uit ervaring dat je vaak van het kastje naar de muur gestuurd wordt als je kind hulp nodig heeft. Het is een wirwar van regelingen en MEE is de boei in deze woelige baren.
Stichting MEE doet helemaal niks en ik begrijp niet waarom men dat ooit in Zaanstad heeft ingevoerd.
In Zaanstad hebben ouders en kinderen veel te maken met het schoolsysteem die flink faalt en veiligthuis. Waardoor er onnodige ondertoezichtstellingen komen of jeugdzorg in vrijwillige kader.
Het jeugdteam en sociale wijkteams kunnen daarom weinig in deze doen voor ouders en kinderen.
Ouders en kinderen komen terecht bij het GGZ en het GGZ in Zaanstad werkt niet volgens het beleid en in het belang van ouders en kinderen voornamelijk met een buitenlandse afkomst waarbij de problemen complex zijn mede door het sociale druk en onbegrip vanuit instanties en scholen.
Ik zou meer investeren in betere schoolsystemen die ver plicht worden nauw samen te werken met instanties ouders en kinderen. En bv op iedere school een brugfuctionaris inzetten zodat diegene nauw contact houdt met gezinnen en hun problematiek, zonder in hokjes te denken of vooroordelend te zijn.
Ook zou ik meer investeren in het GGZ, zodat ze echt ouders en kinderen helpen in plaats van instanties, jeugdbeschermers en de raad van de kinderbescherming om hun eigen zakken te vullen.
Het probleem begint bij de scholen al bij de voors scholen.
Tot slot geven de meeste werknemers in het gemeentehuis met een buitenlandse afkomst voornamelijk Marokkanen geen goed advies. Ze zitten daar meer voor hun eigen imago dan anderen helpen. Ook zijn ze niet transparant en mee lopertjes.
Sinds ze werkzaam zijn bij de gemeente is er zoveel chaos en zijn er nog meer problemen creerd voor ouders en gezinnen.
We wonen in Nederland en het gaat erom dat de problemen aangepakt worden. Problemen kunnen alleen aangepakt worden als men transparant is, niet vooroordelend en iedere mens uniek zien met het hart op de juiste plek. Immers leer je dit ook tijdens de opleiding in de zorg en heeft het niks te maken met afkomst om meer begrip te tonen in iemands problematiek.