In een woning aan de Wibautstraat in Zaandam liggen de werkzaamheden al maanden stil. Wat begon als een relatief simpele mutatieklus groeide uit tot een juridisch steekspel. Centraal staat de vraag: mocht Zaanstad het werk stilleggen? En wie bepaalt uiteindelijk of asbestverwijdering veilig genoeg is uitgevoerd?

De kwestie werd besproken tijdens de hoorzitting van de ambtelijke commissie van Zaanstad op donderdag 15 mei. Daar werd het bezwaar behandeld tegen het besluit van het college om de werkzaamheden stil te leggen en een last onder dwangsom op te leggen, vanwege het ontbreken van een goedgekeurde sloopmelding bij de asbestsanering.

Dwangsom

In november 2024 werd bij de gemeente een sloopmelding ingediend voor een appartement aan de Wibautstraat. Het ging om een mutatiewoning: leegstaand en klaar voor een opknapbeurt. In de woning zat nog een oude onderlaag van vinylzeil op de vloer, waarin asbest was verwerkt. Een monster testte positief, maar was onderzocht met een eenvoudige microscopietechniek (PLM). Volgens de Omgevingsdienst had dat monster met een nauwkeurigere SEM-methode moeten worden geanalyseerd.

Op 24 januari 2025 kwam een toezichthouder langs en zag dat de voorbereidingen al waren begonnen: de keuken was afgeplakt en in de hal stond een decontaminatiesluis. Omdat er nog geen goedgekeurde sloopmelding was, werd het werk ter plekke stilgelegd.

Dat blijkt ook uit de uitspraak van de voorzieningenrechter, die op 12 maart oordeelde dat de gemeente in haar recht stond om in te grijpen. Vier dagen na het bezoek, op 28 januari, legde de gemeente het besluit formeel vast: wie toch doorgaat met slopen, riskeert een boete van € 5.000 per dag, met een maximum van € 25.000. Maar ondanks deze beslissing zet de bezwaarmaker zijn strijd onverminderd voort.

Discussie

Tijdens de zitting van de bezwaarcommissie was het volle bak: negen betrokkenen van beide kampen namen plaats aan de digitale tafel – van juristen tot asbestdeskundigen en -instanties, en vertegenwoordigers van de Omgevingsdienst. En dan zijn de commissieleden en aanwezige pers nog niet eens meegerekend. Het was een drukke bedoening, waarin de meningen stevig botsten.

Een belangrijk deel van de discussie draaide om de vraag of het achtergebleven materiaal op de vloer een ‘bron’ was of een ‘restant’. Als het een bron is, dus nog vast onderdeel van de vloer, hoeft er geen extra onderzoek gedaan te worden. Maar als het wordt gezien als restant, dan zijn de regels strenger.

Volgens een expert van de bezwaarmaker was het duidelijk: ‘Dit zat gewoon vastgelijmd aan de vloer, dus dat is een bron, geen los materiaal.’ De Omgevingsdienst zag dat anders:

‘Het is losgetrokken, dus het zijn restanten. Dan kunnen vezels vrijkomen en moet je extra onderzoek doen.’

Er kwamen ook andere experts aan het woord, maar het werd uiteindelijk vooral een welles-nietesverhaal. De commissie buigt zich nu over het bezwaar. Binnen zes weken volgt een advies aan het college van B&W.

Door: Nick Boeske. Info: zitting en uitspraak voorzieningenrechter. Foto: gemaakt door De Orkaan, maar niet van het pand zelf. Het is de Goglio-loods.