Huishoudens betalen nu relatief minder om te wonen dan vijf jaar geleden. (Voordat lezers gaan steigeren, klagen, mopperen, schelden en reageren eerst even doorlezen graag.)

Volgens het CBS gaat het om de ‘mediane woonquote’, dat zijn ‘de totale woonlasten als percentage van het huishoudensinkomen’. Die woonquote was in 2023 lager dan vijf jaar geleden (2018). En dat geldt zowel voor eigenaren als voor huurders. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers uit de Woonbase.

Dus ook al zijn de totale woonlasten omhoog gegaan (en dat was zo), het percentage van het inkomen dat aan de woning wordt besteed, is gedaald.

Woonquote omlaag

Bij huishoudens in een sociale huurwoning daalde de mediane woonquote van 31,0 procent in 2018 naar 25,4 procent in 2023. Huishoudens die niet van een woningcorporatie huren, hadden te maken met een daling van 33,5 naar 30,2 procent. Die zijn dus duurder uit.

Een eigen woning levert relatief de laagste woonlasten op. Huishoudens met een eigen woning zagen de mediane woonquote dalen van 20,4 naar 17,1 procent.

De lagere woonquote komt omdat inkomens sterker zijn gestegen tussen 2018 en 2023 dan de woonlasten. Ten opzichte van 2018 is het mediane jaarinkomen in 2023 met 33 procent het hardst gestegen voor huishoudens in een particuliere huurwoning (van € 29.000 naar € 38.000). Voor eigenaren was dat plus 27 procent (van € 47.000 naar € 60.000).

Huurders van een woningcorporatie zagen hun jaarinkomen gemiddeld stijgen met 25 procent (van € 22.000 naar € 27.000).

Zaanse woonquote

Huurders van een woningcorporatie zagen de mediane woonquote het snelste dalen. Maar die daling is ongelijk verdeeld over Nederland. Gemiddeld ging het om 5,6 procentpunten (van 31,0 naar 25,4 procent).

In Noord-Friesland en Zeeland daalde het nog meer, met zo’n 7 procentpunten. In het gebied ‘Groot-Amsterdam’ was de laagste daling: 4 procentpunten. Oostzaan hoort bij dat gebied.

De Zaanstreek (Zaanstad, Wormerland) zat tussen die beide uitersten in met een daling van 5,7 procentpunten. Dat is dus net boven het gemiddelde.

Woonlasten omhoog

De totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen, waren in 2023 wel hoger dan in 2018. Voor huurders van een niet-woningcorporatie zijn de mediane woonlasten met 23 procent het hardst gestegen, van € 853 naar € 1.045.

Huurders van een woningcorporatie zagen een veel lagere stijging van 11 procent, van € 571 naar € 617. Opnieuw zijn huiseigenaren het beste af met een stijging van slechts 6 procent, hun lasten gingen gemiddeld omhoog van € 758 (2018) naar € 806 (2023).

Die verschillen zijn volgens het CBS het gevolg van het feit dat ‘vooral huurders van een woningcorporatie profiteerden van zowel de energiemaatregelen van het kabinet om de energiekosten van huishoudens te verlagen in het najaar van 2022 als van de bevriezing van de kale huur van sociale huurwoningen in de zomer van 2021’.

(Er mag nu gesteigerd, geklaagd, gemopperd en gereageerd worden, niet gescholden.)

Door Piet Bakker op basis van nieuwsbericht op CBS-website. Foto: Orkaan-archief.