Het lukt Zaanstad maar niet om een nieuwe stadsdichter te werven. Het vinden van een gemeentesecretaris ging een stuk sneller. Begin dit jaar ging de gemeente op zoek naar een diverse dichter. Maar die meldde zich niet.

Nu heeft de afdeling Cultuur zich op gezag van wethouder Annette Baerveldt gestort op een nieuwe wervingscampagne. Kosten, noch moeite, noch tijd worden gespaard. Want al een half jaar dichterloos is culturele rampspoed.

Er wordt gevraagd een ‘Ode aan mijn Zaanstad’ in te sturen. Dat is een lofdicht… de aap is uit de mouw: Zaanstad wil lof, applaus, duimen omhoog, schouderklopjes, een riem onder het hart, steun, toejuichingen… Wij zijn de slechtsten niet en schreven een ode met struiken lof.

Corine Gorter besloot daarop ook de loftrompet uit de kast te halen, zij mailde ons een ‘Ode aan het bomenhakbeleid van Zaanstad’.


Zaanstad vroeg om een ode. Aan dat verzoek wil ik als dichter graag voldoen. Aangezien mijn naam Gorter is, leek het mij leuk om het gedicht te schrijven in eenzelfde vorm als waarin Herman Gorter zijn Mei schreef. Een ode dus, aan mijn naamgenoot, en aan het bomenhakbeleid van Zaanstad. Want dat is wat mij het meest raakte de afgelopen maanden. 

Herfst

van Corine Gorter


Een nieuwe herfst en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
Voor de elektrische zaag vernieling bracht
In mijn geliefde stukje natuurschoon
Nabij de polder, waar ‘k nochtans woon
In het Fortuinveld, in het ochtendgloren
Kon men zoveel onbekende vogels horen
Daar kwam dan de mens met zijn getande vriend
Met grof geschut en nietsontziend 
De rechter had gesproken, het veld moest kaal
Maakte men een eind met veel venein en kabaal
Ik stond en voelde immense hartepijn
Er restte mij niets anders meer, dan mijn
Woorden toe te vertrouwen aan ‘t papier
En te vragen, waarom zo’n haast nodig was hier
Met de kap van bomen in het perfecte kleine bos
en er geen padden meer mochten leven tussen ’t groene mos
Ondanks alle protesten werden elektrische zagen gestart
Mij restte enkel toekijken terwijl mijn hart, het hart
Wreed en meedogenloos uit mijn wijk werd gerukt
Het spijt mij bomen, dat het mij niet is gelukt
Mijn medemens te overtuigen van uw waarde
Dat zoveel verder gaat dan te branden in een haarde
Niet alleen als hart, maar bovenal als de longen
Waarin vogels hun liederen ooit zongen
In slechts luttele uren werden jaren van groei ongedaan
Gemaakt. Dieren, groot en klein cru van hun huizen ontdaan.
Zaanstad creërde een prachtig bomenbeleid
Ware het enkel op papier en niet in werkelijkheid
Deze herfst zal somberder zijn dan alle kleurige
Herfsten hiervoor, geen blad zal nog dwarrelen langs treurige
Wilgentakken. Geen boom die leeggeschud zijn bladeren eind’lijk kwijt
de aarde onder zijn voeten kleurt met een wonderschoon tapijt 
Daaglijks waait de wind nu over een kaal stuk grond
Dat ooit zo mooi vol bomen en struiken stond
Waar vleermuizen en vogels hun woningen vonden
En bewoners zo heerlijk wand’len konden
Hoge, oude bomen die zachtjes deinden in de wind
Mochten plaatsmaken voor een bomenkapbewind
Wat ons een uitzicht gaf op een snelweg waar auto’s razen
Dat is waarover ik mij kan blijven verbazen
Geen haan noch kraai die ernaar kraait
’t is nu een veld waar ‘n gure wind harteloos waait
Ik wandel naar het lege veld en telkens raakt het mij 
Daar ligt bedolven mijne kleine bomenwei

Heb jij ook lof over voor Zaanstad? Mail je ode naar: info@deorkaan.nl