Afgelopen week plaatsten we op De Orkaan een bijzonder krantenbericht uit 1925 over de mysterieuze verdwijning van 250 zakken lijnzaadschilfers bij oliefabrieken Het Hart en De Zwaan in Zaandam.

Vandaag, precies 100 jaar later, publiceren we het vervolg zoals dat toen op 1 augustus in De Zaanlander verscheen. De buit blijkt gevonden. De politie achterhaalt de schipper. En dan rijst de vraag: wie gaf de opdracht?

Het hele verhaal, vol nachtelijke vaarten, een slapende man op het dek en de Amsterdamse Singel als eindpunt van een Zaanse misdaad, lees je hieronder, volledig integraal.


De Massale Diefstal te Zaandam

Hoe de recherche schuit en lading op het spoor kwam. De geheimzinnige lastgever?

Het “Sherlock-Holmes”-beroep

Toen de recherche maandag j.l. kennis had gekregen van den opzienbarenden diefstal van circa 300 balen lijnzaadschilfers aan de fabrieken der firma Adr. Honig, toog zij aanstonds aan het werk om de nachtelijke roovers en hun buit te achterhalen.

Het stond direct bij de politie vast dat de buit per schuit was vervoerd, en zoo werd eerst bij alle sluizen nagevorscht wat alzoo geschut was.

In Zaandam waren een vijf à zes motorschippers gepasseerd, voor het meerendeel melkboten, terwijl bovendien één vreemde beurtvaartschipper was geschut, n.l. v. S. uit Loenen-Vreeland, met een motortje van 24 ton. Volgens den schutsluisknecht was deze motor zaterdagavond 12 uur, leeg in de richting Wormerveer de sluis te Zaandam gepasseerd, en maandagochtend 6 uur, eveneens — volgens verklaring van den sluisknecht — leeg teruggekeerd naar Amsterdam.

Door deze stellige en min of meer deskundige verklaring op een dwaalspoor gebracht, zocht de recherche den geheelen maandag de sluizen, pakhuizen en fabrieken langs de Achterzaan af, maar zonder resultaat.

Dinsdagmorgen echter kwam de recherche ter ore, dat de bewuste motor van schipper v. S. door eenige personen in de Achterzaan was gesignaleerd, en — in strijd met de betreffende mededeelingen van den schipper — reeds zondagnacht ontijdig was vertrokken.

Achterzaan 1925 (de schepen op de foto spelen, naar waarschijnlijkheid, geen enkele rol in dit verhaal).

Naar Amsterdam

Toen bestond er voor de recherche geen twijfel meer, of deze motor met zijn baas wisten er meer vanaf. In den vroegen woensdagmorgen werd dan ook Amsterdam als operatiebasis gemaakt van de Sherlock-Holmes-tochten.

De sluizen werden afgevraagd en spoedig wist de politie dat schipper v. S. een vaste ligplaats had op het Singel, tegenover No. 387, waar hij dien middag beslist zou komen.

Dit moet zo’n beetje de plek aan Singel 387 zijn (maar dan in 1910) Gemeentearchief Amsterdam

Om half twee verscheen daar de schipper aan zijn bestelhuis met een andere motor dan die van het nachtelijk avontuur, en moest zich aanstonds aan een scherp politieverhoor onderwerpen.

Men vernam van hem dat hij zondagnacht met een lading balen uit de Zaanstreek was gekomen, welke lading door zijn onbekende opdrachtgever naar het Westerdok moest worden gebracht en daar een dag moest liggen.

Inderdaad werd daar de motor met de nog ongerepte buit aangetroffen.

De terugtocht der balen

Hoewel de schipper tegensputterde, moest hij onder politiegeleide zijn motor met lading van Amsterdam naar Zaandam terugvaren, waar op last van den commissaris de balen weer in het pakhuis der fa. Honig werden opgeslagen, in afwachting dat zij door den officier van justitie zouden worden vrijgegeven. Er zijn 262 balen gelost, wat overeenkomt met het aantal vermiste.

En nu de dieven

Nu was het oogenblik daar dat de schipper moest vertellen hoe en door wie hij de lading in zijn motor had gekregen. De recherche kreeg een heel omstandig verhaal over de toedracht der historie.

Een, den schipper onbekend persoon, zou hem naar Zaandam hebben gerequireerd voor een vrachtje. Hij had daartoe zijn motor zaterdags naar Zaandam gebracht, in de Achterzaan aan wal gelegd, en was toen naar huis gegaan. Toen hij zondagnacht pl.m. 4 uur per fiets terugkwam, vond hij zijn schuit in het Groote Glop, even voorbij de voormalige wasscherij „Aurora”, aan den wal liggen — geladen en wel — terwijl zijn onbekende opdrachtgever op het dek lag te slapen.

Aurora, de stoomwasserij (Oostzijde 240) was eerder datzelfde jaar, 6 februari 1925, in vlammen opgegaan…

Deze opdrachtgever had hem daarna instructies gegeven waarheen hij de lading moest brengen.

De onbekende lastgever?

Desgevraagd verklaarde schipper v. S. zijn opdrachtgever niet te kennen, en kon alleen het signalement opgeven. In overleg met den commissaris van politie is toen de schipper op vrije voeten gelaten, onder voorwaarde dat hij binnen twee dagen den lastgever zou aanwijzen.

Uit het verder onderzoek der recherche bleek dat schipper v. S. in zijn verhaal niet overal betrouwbaar was, zoodat een nieuw verhoor plaats zal vinden, waarbij de recherche verwacht dat v. S. geheel door de mand zal vallen.

Knap recherchewerk

Hulde intusschen aan de Zaandamsche recherche, welke door hare scherpzinnige nasporingen dezen massa-diefstal spoedig ontmaskerde.

Commissaris van de politie, H. Muller, van 26 juni 1908 tot 1 juli 1927 Gemeentearchief Zaanstad

Door: de verslaggever van De Zaanlander en een beetje van Merel Kan. De foto’s komen uit het gemeentearchief van Zaanstad en die van de Singel is van het gemeentearchief van Amsterdam.

Een 100 jaar oude advertentie, ben je gek?