De onvrede over het vervoer voor kinderen met specifieke zorgbehoeften heerst al jaren. Vanaf het moment dat in 2015 de organisatie van dit vervoer bij de gemeenten werd neergelegd ging het mis vindt Rosalie Dykhuizen.
De Assendelftse heeft mede het initiatief genomen voor een landelijke oproep voor een revolutie in het leerlingenvervoer.
Dat doet Dykhuizen samen met Els Vink, raadslid bij de gemeente Noordwijk, en Emile Soetendal, wethouder bij de gemeente Katwijk. ‘De race naar de bodem heeft de boel kapotgemaakt’, is de niet mis te verstane boodschap van het strijdbare drietal.
‘De race naar de bodem’ doelt op de huidige inrichting van het leerlingenvervoer. Bij de aanbesteding voor een nieuwe vervoerder eens in de vier jaar is kostenbesparing leidend. In de zogenoemde position paper, gestuurd naar alle Nederlandse gemeenten, stelt wethouder Soetendal dat het juist moet gaan om het veilig en in goede conditie vervoeren van kinderen van en naar school of dagopvang.
Andere chauffeur
Dykhuizen is al jaren lid van klankbordgroep leerlingenvervoer voor de gemeente Zaanstad. Én ervaringsdeskundige. Haar 15-jarig dochter Charlie heeft door zuurstofgebrek bij de geboorte een beperking. Ze raakt supersnel overprikkeld en kan daardoor bijvoorbeeld niet zelfstandig deelnemen aan het verkeer. Ze gaat daarom met een busje naar school bij Heliomare in Heemskerk.
‘Iedere maand gaat er wel een paar keer wat mis. Ze is bijvoorbeeld een keer bij school afgezet op het moment dat de school nog dicht was. Dat kan gewoon niet. Of dan is er opeens een andere chauffeur. Mijn dochter raakt dan helemaal in paniek. Een andere chauffeur moet natuurlijk kunnen. Maar dat moet dan wel gemeld worden, zodat we voorbereid zijn. En dat gebeurt helaas niet altijd. En dit zijn maar enkele voorbeelden van wat er mis kan gaan.’
Verandering
Het leerlingenvervoer is een landelijk probleem. Uit onderzoek door Oberon in 2024 is gebleken dat bijna een op de vijf ritten te laat is en duizenden kinderen wekelijks minder les krijgen of overprikkeld arriveren. Het leerlingenvervoer is ook al meerdere keren onder de aandacht gebracht bij de landelijke politiek door bijvoorbeeld de Kinderombudsman en het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS).
Desondanks wil Dykhuizen samen met Vink en Soetendal niet langer afwachten, maar in actie komen. Ze willen woensdag 21 mei, wanneer de Tweede Kamer commissie Onderwijs vergadert over Passend Onderwijs, hun position paper aanbieden.
De problemen zijn op schrift gesteld, maar ook een agenda voor verandering. Deze agenda bestaat uit vijf punten. In de ogen van Vink, Soetendal en Dykhuizen moet allereerst de verantwoordelijkheid verplaats worden van de gemeentes naar het Ministerie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Verder moet de wetgeving en financiering worden herzien, er moeten landelijke richtlijnen komen, er moet landelijke data verzameld worden en er wordt gepleit voor structurele samenwerking.
Reactie Noot
De position paper is begin dit jaar naar de 300 Nederlandse gemeentes gestuurd. Gemeente Zaanstad heeft geholpen bij het opstellen van de position paper, maar behoort (nog) niet tot het groeiend aantal gemeentes dat de actie van het drietal ondersteunt en de position paper heeft ondertekend.
‘Wij hebben Noot gevraagd om steun, maar ze komen nog met een reactie. Transdev, een mobiliteitsbedrijf waarbij onder meer Connexxion is aangesloten, heeft haar steun wel uitgesproken en komt als mede-ondertekenaar onder de position paper te staan.’
Lange adem
Volgens Dykhuizen, Vink en Soetendal is leerlingenvervoer geen luxe of logistiek probleem:
‘Het is een basisvoorwaarde voor gelijke kansen. Elk kind heeft daar recht op, ongeacht beperking of postcode.’
Waarom denken Dykhuizen en haar mede-strijders dat hun actie wel voor nodige verandering gaat zorgen?
‘Zoals Els al stelde, politieke veranderingen vragen een lange adem. Maar het verschil is dat nu ouders, gemeenten, belangenorganisaties en vervoerders samen optrekken. En dat is belangrijk om echte verandering teweeg te brengen.’
Door Marion Kors. Met dank aan Rosalie Dykhuizen. Op de foto staat Rosalie met haar dochter Charlie.
Helemaal mee eens R.de Vries. Helaas zijn er een hele verzameling van dit soort Engelstalige woorden in gebruik die lekker interessant klinken . Ook teksten als " ik zou zeggen " , en daarna zegt men hetgeen bedoeld wordt, zijn mij een doorn in het oog. Allemaal van die modedingen die interessant lijken. Spreek normaal Nederlands oftewel je "moerstaal" .
"Position paper".
In het Nederlands: standpuntnota.
Je ziet en hoort het overal steeds vaker: het gebruik van Engelstalige woorden om het interessanter te doen lijken.
Praat en schrijf gewoon Nederlands!
Ik moet tegenwoordig alles via Google vertalen lezen.
Zo onzinnig om aan die hype mee te doen.