In de kerstnacht staakte een treinmachinist zijn dienst, omdat hij van de kaart was door vuurwerk dat naar zijn trein werd gegooid.

Het journaalbericht deed mijn bloed koken, net zo goed als de jaarlijkse melding van het aantal ogen en vingers die zijn uitgebrand of afgerukt.

Inderdaad, dit is geen prettige alinea tijdens de feestdagen.

Door Anneke van Dok

Het genootschap van burgemeesters heeft zich een paar dagen geleden ook duidelijk, maar diplomatieker uitgesproken over het gestunt met vuurwerk.

Knallers en pijlen moeten worden verboden. Dat zal wel weer leiden tot een nationaal protest.

Al brandt de wereld om ons heen af: er ontstaat een volksoproer, wanneer je een Hollandse jongen zijn knalwerk afpakt. Het schijnt bij onze cultuur te horen. Van tradities moet je afblijven als overheid. Maar klopt die uitspraak wel? We doen niet meer aan tradities als kat knuppelen en gans trekken, omdat we die wreed vinden. Integendeel: we vertroetelen onze huisdieren alsof het prinsjes zijn.

Maar op oudejaarsavond staan we wel toe dat ze van martelende angst in de meterkast kruipen.

We zijn als de dood voor een groep hangjongeren, die een beetje jennen, maar als de buurjongen de straat onveilig maakt met zwaar vuurwerk knijpen we een oogje toe.

Moet kunnen.

Ik ben als klein meisje heel bang geworden van vuurwerk. Het was bij oma in de Schubertstraat. Mijn oom was over uit Indonesië en hij had op onverklaarbare wijze Chinees vuurwerk meegebracht. Mijn vader en hij gingen dat om twaalf uur dapper afsteken. Na de pel-pinda’s werd het al spannend, omdat het vuurwerk op volgorde werd gesorteerd. Beide mannen rookten nog sigaretten, maar voor de gelegenheid werd een sigaar aangestoken. Ik durfde niet naar buiten, en wachtte achter het raam met mijn handen op mijn oren op de klappers, zo luid dat ze op Het Hop waren te horen. Gelukkig ging de helft van het vuurwerk niet af. Later, toen ik burgemeester was, kreeg ik de schrik van mijn leven toen een voorbijganger een rotje over mijn schutting wierp, die mijn zoon op een haar na miste.

Vind je het een schande dat de goeden onder de kwaden moeten lijden door een vuurwerkverbod? Bedenk dan dat er nu veel onschuldige kinderen de dupe zijn van het gestunt van anderen.

Ga van het geld dat je uitspaart met je familie naar een leuke voorstelling in het Zaantheater, dan hoor je ze niet meer over vuurwerk.