Daar staan we dan met ons flutkrantje. In ons hemd. Of eigenlijk totaal uitgekleed, mét gezichtsverlies. Gisteren meenden wij ’t volk te moeten waarschuwen: ‘Code geel: mogelijk kans op gevaarlijk weer’. 

Met de zuidwester op het hoofd sjorden we het terrasmeubilair van de redactie stevig vast en we verschansten ons met jerrycans water en scheepsbeschuit onder de trap. 

Een paar uur later kwamen we tevoorschijn. We vroegen de barbecueënde buurvrouw wat er was gebeurd: 

‘Storm? Een drupje, een briesje, een graad of 20… geen vuiltje aan de lucht!’