Dit jaar zou het gebeuren: De Winter van de Eeuw! Er werd zelfs een al twee jaar dode weerman uit z’n kist gehaald: Piet Paulusma zou op zijn sterfbed hebben voorspeld dat 2023 net zo streng zou worden als 1823.

En dat was extreem.  

Door: Louis Dirksen, hij schreef dit stuk 10 jaar geleden voor De Jol

Nu weten we hoe de winter werkelijk verlopen is. Superzacht met drie dagen vorst. Strenge winters schenen tot de eeuwwiseling een voorkeur te hebben voor de laatste vijf jaren van een decennium maar komen de laatste 10 jaar helemaal niet meer voor. 2013 was de laatste winter van betekenis.

Een recordwinter, behorend tot de top 3 van de afgelopen 1200 jaar beleefden we 60 jaar terug. Gisteren plaatsen we het eerste deel, vandaag gaan we verder.

De strenge winter van 1963

De dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw verliepen sterk vorstig en somber maar sneeuw viel er nauwelijks. Een depressie die van Frankrijk naar het Noorden trok bracht daar verandering in. Zachte lucht begon op te dringen en botste tegen de kou boven West Europa. Dit was aanleiding voor het 2e weerfenomeen van deze winter: De sneeuwstormen van eind december.

Zondag 29 december begon droog maar zo rond 10 uur begon het te sneeuwen. Ik liep op het Zuideinde toen achter mij werd getoeterd. Cor Schaft kwam aanrijden met een grote lege melkauto en vroeg me mee te gaan omdat er een grote sneeuwstorm op komst was en er moest nog een lading lege flessen uit de stad worden gehaald. Dus gingen we eerst maar naar de stad om die te laden. Terug was het al redelijk onbegaanbaar en schaatsen ging al helemaal niet meer. De sneeuw joeg vanuit het Oostzanerveld over het Zuideinde en al gauw ontstonden er sneeuwduinen op de achtererven. Maar de wind nam langzamerhand af en de meeste sneeuw lag aan de oostkant van het Zuideinde te wachten op de Oudejaarsnacht.

Op Oudejaarsmiddag werd ik ’s middags door Ome Jaap Schaft gevraagd nog even te assisteren voor een ritje naar Broek. Wij, ik meen Dirk van Ingen en ik naar Broek in Waterland met de allernieuwste aanwinst van de Schaften: de Bedford. Wat stoof het toen al, daar in Waterland: ongelooflijk! Zo moest het wel op de Russische steppen zijn. Onderweg trokken we nog een auto uit de sneeuwkant. Een gebaar waar de chauffeur zo blij mee was dat hij ons allebei een rijksdaalder gaf. Dat was in die dagen toch een leuk bedragje. Voorbij het Schouw was de weg nog nauwelijks te onderscheiden van het Noordhollands kanaal, maar we haalden het net. 

Een half uur later werd de Jaagweg voor alle verkeer afgesloten en bleef dat een hele week. Gelukkig was Purmerend toen nog gewoon Purmerend en geen satellietstad van Amsterdam.

31 december/ 1 januari: Ingesneeuwde auto’s op de Jaagweg tussen Amsterdam en Purmerend (Bron: Het Parool)

Op Oudejaarsavond begon het nog harder te stormen en werd het bijzonder onaangenaam. ”Piet Patat” zou volgens een kleine advertentie in de Waterlander die dag oliebollen verkopen en tot 8 uur open zijn. Of er veel mensen zijn geweest weet ik niet meer maar deze advertentie uit de oude doos geeft aan dat niet iedere Oostzaanse huismoeder de eigen oliebollen bakte.

Tijdens de jaarwisseling werd de sneeuw over en op het Zuideinde geblazen en op Nieuwjaarsochtend bleek Oostzaan richting Amsterdam geïsoleerd door sneeuwduinen van zeker één meter hoog. Er waren in ”de Zuid” 2 plekken bijzonder stuifsneeuwgevoelig: Daar waar nu de Lisweg op het Zuideinde aansluit en de Kolkslootbrug. Iedereen bij ons in de buurt van de Kolkslootbrug ging met schoppen, schuivers en spaden aan de gang. Toen daarna Maarten Buth met de gemeentelijke sneeuwploeg arriveerde was rond een uur of twee weer alles sneeuwvrij. Volgens ouderen uit de buurt was dit eigenlijk nog niks want in 1947 was het allemaal veel en veel erger…..Snoeken, karpers en sneeuwhopen zijn zaken die steeds maar groter en groter worden………na de vangst of het ruimen!

Woensdags na Nieuwjaar nam de vorst af en begon het te ijzelen. Glad, glad, glad. Maar de sneeuw werd afgedekt door een flink laagje ijs en was het gevaar voor stuifsneeuw inmiddels geweken. De radio verkondigde doorzettende dooi en dat was het dan maar voor deze winter! 

Maar…………

Ook in 1962 was de KNMI computer al niet berekend op grillig winterweer……..

Op zondagochtend 6  januari stak er ineens een harde noordooster op. Ik zag de thermometer in een half uur 8 graden dalen. Daarmee begon de koudste periode van die maand. Vaak vroor het meer dan 15 graden vorste en overdag bleef het voortdurend ver onder nul.

 De kou had grote gevolgen voor de kosten van levensonderhoud en doordat alle waterwegen inmiddels bedekt waren met een dikke ijslaag kwam de aanvoer van kolen en olie tot stilstand. Ook de prijzen van groentes stegen tot soms wel de dubbele waarde. In Amsterdam ontstonden onder de wachtenden voor de deuren van de kolenhandelaren. Reden: Er waren natuurlijk mensen die probeerden voor te dringen, wat door anderen niet gepikt werd.

Op 16 januari raakten de kolenboeren door hun handel heen…..

De foto helemaal bovenaan dit stuk werd gisteren onder deel #1 geplaatst op Facebook door Gerard Schaft. Wij mochten hem voor het stuk van vandaag gebruiken. Gerard schreef bij de foto:

‘Foto uit de winter van 63 met mijzelf als kleine jongen samen met buurman Meppen op een gigantische berg sneeuw , wij woonden toen op het Zuideinde aan de overkant van waar nu de Lidl zit. Barre onafgebroken winter van bijna 4 maanden, nauwelijks meer voor te stellen nu.’

Morgen deel 3