‘Het is goed dat ziekenhuizen failliet (kunnen) gaan,’ stelt Rob van der Laan, directeur Bedrijven bij Rabobank Zaanstreek, in een bijdrage op Linkedin. (De Rabobank is een van de financiers van het nieuwe ZMC.)

Hij wil daarmee aangeven dat de discussies naar aanleiding van het faillissement van het Slotervaartziekenhuis en de IJsselmeerziekenhuizen vooral in de richting gaan van meer geld naar de zorg, ziekenhuizen die niet failliet zouden mogen gaan, bestuurders die falen en zorgverzekeraars die meer oog hebben voor het gewin dan voor de zorg.

Van der Laan stelt dat het belangrijk is om dichtbij goede medische zorg te leveren, maar dat het een natuurlijke selectie is dat ‘bedrijven die niet levensvatbaar zijn niet overleven. Geld erbij is geen optie.’ Hij heeft in het kader van zijn studie Health Care onderzoek gedaan in de Metropool Regio Amsterdam. Belangrijkste conclusie: er is daar een te veel aan zorgaanbod.

Samenwerken lijkt dan een voor de hand liggende oplossing, maar dat is in de praktijk niet zo makkelijk: ‘De Autoriteit Consument en Markt vindt al heel gauw dat er sprake is van kartelvorming en dat maakt ziekenhuizen huiverig om open over samenwerking te spreken. Dat maakt dat ziekenhuizen niet altijd optimaliseren.’

Beperkte binding

Een andere constatering in het onderzoek betreft de specialisten ‘die het ziekenhuis zagen als een facilitaire onderneming. Daar waar je een (operatie)kamertje huurt en verder een beperkte binding mee hebt. Maar hoog performende ondernemingen hebben alle medewerkers nodig die hun hart geven voor het bedrijf en zeg maar een ‘psychologisch contract’ aangaan. En hier kunnen de medisch specialisten zelf een belangrijke stap zetten.’

‘Samenwerking,’ schrijft Van der Laan, ‘is de oplossing voor veel uitdagingen, maar dan moeten toezichthouders, bestuurders, medische staf en verzekeraars er hun schouders onder zetten. Niet alleen voor zichzelf maar ook voor de patiënten en hun medewerkers.’

Een bijdrage van Jaap de Jong