Soms kom je een foto tegen die in meer dan één opzicht intrigeert, je niet meer loslaat en daardoor steeds meer gaat intrigeren. Zoals deze groepsfoto die naar schatting omstreeks 1935 moet zijn gemaakt.

Het zijn Vroege Ploegers, maar wat zijn Vroege Ploegers? En wat deed ome Kees daarbij? En wie zijn de anderen?

Door Jaap de Jong

Twaalf jongens van een jaar of tien die voorbeeldig in het pak gestoken zijn of een jas dragen die tegenwoordig tot het uniform van voetbaltrainers behoort. Het zijn echte zondagskleren die je één dag per week en op erkende feestdagen met grote omzichtigheid mocht dragen. Op beschadiging stond doorgaans een lijfstraf die met eeltige hand of de mattenklopper werd uitgevoerd.

Op de foto staat mijn ome Kees (derde van links of de achterste rij), die op de Eikelaan woonde. Dat maakt het beeld zo raadselachtig. Hij was de jongste van vijf kinderen. Vader Jan was boerenknecht, een loonarbeider die met zwaar lichamelijk werk weinig verdiende. Later zou hij olieboer worden die met een handkar-met-vat ‘peterolie’ uitventte in Krommenie en omstreken. Geen gezin dat oog en geld heeft voor piekfijne kleren. Of is dit het klassieke schisma van het jongste ‘poepie’ dat verwend kan worden door de verdiensten die de oudere kinderen inbrengen?

Ploegende boer

Wat deze jongens – waarom geen meisjes? – bindt staat natuurlijk op het bord dat vastgehouden wordt door de jongen met het ernstigste gezicht: de Vroege Ploegers. De boodschap wordt ondersteund door de boer die voortploegt terwijl de zon ter kimme neigt, een hek uit de agrarische branche en bomen.  Krommenie en Krommeniedijk hadden heel lang een agrarisch karakter, maar ik meen dat de nadruk meer lag op de veeteelt dan op de landbouw. Er werd hier weinig geploegd; behalve dan in overdrachtelijke zin.

Ik zie die jongens vroeg wakker worden in kleine slaapkamers die zij met een of meer broers moeten delen. Het is donker en koud. Ze doen het licht niet aan. Lopen op blote voeten naar de kast. Doen de deur voorzichtig open, maar dat kreng piept toch, en trekken snel hun zondagse kleren aan. Natuurlijk wordt moeder wakker, hoe goed ze hun best ook doen om niet te stommelen. Ze vraagt: weet je wel hoe laat het is? Ja, natuurlijk vijf uur. Wat ga je doen? O, niks. Maak dat je vader maar wijs. Nou ja, ik ga ploegen. Zo vroeg? Ja, want het is vroeg ploegen. O, zeg dat dan meteen. Veel plezier.

Wie lost het raadsel van het vroeg ploegen op? Wat is dat en waarom moest je daarvoor je zondagse kleren aantrekken? Wie kent de namen van de elf andere jongens die met mijn ome Kees op de foto gingen? Als eerbetoon aan hun verdiensten voor het vroeg ploegen? Beter te vroeg geploegd dan te laat gezaaid? Of….

Klik op foto voor grote versie