Drie jaar geleden, in oktober 2017, interviewde ik Hans Huijsman en zijn vrouw Aukje voor mijn boek ‘De Meidoornstraat’.

Begin deze maand, 3 december, overleed hij – tien dagen nadat mijn boek was verschenen. Hij was 84 jaar.

Door Martin Rep

Bijna zijn hele leven bracht Huijsman door aan de Meidoornstraat. Toen hij zeven was, kwam hij er te wonen met zijn moeder op nummer 11. Toen hij trouwde, betrok hij het huis zelf met zijn Aukje Alkema.

Hans is een van de helden uit mijn boek. Hij was voor mij met name een belangrijke bron voor wat er in de buurt gebeurde tijdens de oorlogsjaren. Hij was vier jaar toen de oorlog uitbrak. Als kind onderging hij dat als een spannende tijd, waarin hij allerlei avonturen beleefde. Zo vertelde hij me over een stuk granaat dat in de tuin terecht kwam:

“Het viel pal naast ons neer. Mijn moeder zei nog: afblijven, dat is gloeiend heet. Maar ik moest het oppakken natuurlijk, dus ik ging in de fout met dat hete brok.”

Executie

Veel van die gebeurtenissen tijdens WOII zijn vastgelegd in het boek. Zo was Hans de bron van het verhaal dat de bewoners van de Bomenbuurt een dijk opwierpen omdat ze bang waren dat de Duitsers de Polder Oostzaan onder water zouden zetten. Hij zag vanuit de verte hoe na de bevrijding ’moffenhoeren’ werden kaalgeknipt en was, ook al uit de verte, getuige van de executie van tien gijzelaars aan de Prins Hendrikkade in februari 1945.

Hans werd opgevoed door zijn moeder. Toen hij drie weken oud was, kwam zijn vader als 23-jarige jongeman om het leven tijdens een ongeval bij munitiefabriek Hembrug. De verzekering keerde geen cent uit, zodat zijn moeder de rest van haar leven met allerlei baantjes de kost moest zien te verdienen.

De Geuzen

Hans is later scheepstimmerman geworden en werkte onder meer bij Scheepswerf E.G. van de Stadt, maar hij werd vooral bekend als kanovaarder bij kanovereniging De Geuzen. In 1960 werd hij zelfs afgevaardigd naar de Olympische Spelen in Rome, maar als algemeen reserve hoefde hij daar niet in actie te komen.

Hans heeft het boek waarin hij zo’n prominente rol vervult niet meer gelezen. Hij zou er ook niet meer toe in staat geweest zijn. Sinds een paar jaar verbleef hij in zorgcentrum Mennistenerf in zijn woonplaats. Toen ik hem en zijn vrouw interviewde, kwam er hij speciaal voor over naar zijn oude buurtje. Hij was er tamelijk laconiek over:

“Als je Parkinson hebt, kun je je ertegen verzetten of het accepteren. Tegenspartelen heeft geen zin.”

Later kwam er verschijnselen van Alzheimer bij. Zijn Aukje bleef hem trouw bezoeken, tot Hans werd getroffen door corona en zij ook besmet raakte. Beiden wisten de ziekte te overwinnen, maar voor Hans was het slechts uitstel. Bij zijn uitvaart was hij gekleed in zijn Olympisch tenue.

Hans Huijsman en zijn eega Aukje Huijsman-Alkema, achter in de tuin van Meidoornstraat 11.

Lees hier meer over De Meidoornstraat.