Een comité van aanbeveling wil herbouw van het in 1963 gesloopte havenkantoor. Het CDA Zaanstad omarmt het plan. Kan het? Wil je het?

Door Martin Rep

Wat hebben Ons Huis, het Marktmeestershuisje, de winkel van De Gruyter en het havenkantoor met elkaar gemeen?

In één keer goed: het waren gebouwen die in de tweede helft van de twintigste eeuw onder de Zaandamse slopershamer zijn gevallen. Een ander gemeenschappelijk kenmerk is dat het zonder uitzondering beeldbepalende gebouwen waren. Dat hun verdwijnen sindsdien collectief wordt betreurd door de Zaandammers, is nog maar zwak uitgedrukt — en dan te bedenken dat dit lijstje probleemloos is aan te vullen met tal van gebouwen die om achteraf veelal onnaspeurlijke redenen moesten verdwijnen.

Met name de sloop van het havenkantoor is een open wond in de Zaanstreek. Verwonderlijk is dat niet. Het havenkantoor, gebouwd rond 1910 naar een ontwerp van de toenmalige gemeentearchitect J.H. Doodhagen, stond op de historische plek waar Oost- en West-Zaandam elkaar ontmoetten, het leverde vanaf de Voorzaan een mooi plaatje op, zeker in combinatie met de ouderwetse basculebrug ernaast. Het was al pure nostalgie toen de laatste lik verf er in 1912 werd opgesmeerd, haast voordat het woord nostalgie zelfs maar bestond.

Spijt

Volgens het CDA Zaanstad heeft Zaandam ‘al zestig jaar collectief spijt’ van de sloop van het ‘monumentale havengebouw’. Met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht omarmt de partij dan ook van harte het initiatief van een comité van aanbeveling dat zich sterk maakt voor de herbouw van het havenkantoor. Dat comité (voorzitter van Zaans Erfgoed Peter Tange, CDA-raadslid Marc Wit, en ‘pleitbezorger van erfgoed’ Tom Tulleken) overhandigde vorige week een heus plan van aanpak aan gemeentearchitect Edzo Bindels.

Ik weet niet zeker of dat een goed idee is. Zo vind ik persoonlijk het verdwijnen van het Zaanse pandje van Drukkerij Stuurman en de neo-klassieke oudbouw van het Zaanlands Lyceum, beide aan de Westzijde, minstens zo betreurenswaardig als de sloop van het havenkantoor. Maar met die panden had ik dan ook meer dan met het havenkantoor. Ik deed klusjes voor De Typhoon, die werd uitgegeven door Stuurman, en ik sleet mijn middelbareschooltijd op het Zaanlands Lyceum.

Met het havenkantoor had ik nooit veel te schaften. In het kantoor ben ik nooit geweest. Je stond ernaast te wachten als de Wilhelminabrug open stond, je keek eens naar de trapgevel en die rood-witte luikjes, die me eerder deden denken aan Amsterdam of Alkmaar dan aan de Zaanstreek, die het meer moet hebben van groen geschilderde houten gevels. En achter het kantoor kon je uitkijken over de Zaan. Daar heb ik op een avond in 1959 uren doorgebracht met het volgen van de Dam tot Dam-race op het water. Zelfs de sloop van het kantoor kan ik me niet herinneren, terwijl ik er toch dagelijks langs gefietst moet hebben, op weg naar school.

Met andere woorden: voor mij hoeven ze het havenkantoor niet zo nodig te herbouwen. Nu heb ik er ook niks over te zeggen, ik ben al een halve eeuw lang oud-Zaankanter. Meer recht van spreken heeft architectuur-journalist Jaap Huisman, die goed thuis is in de Zaanstreek en in mijn boek ‘De Meidoornstraat’ een rake analyse geeft over de Zaandamse stedenbouw. Jaap vertolkt mijn gevoelens als hij zegt dat reconstructie in zijn algemeenheid nooit een goed idee is, “een historisch en fenomenologisch zwaktebod. Immers het wordt een gebouw zonder functie en daar is architectuur toch voor bedoeld.”

Zaangemaal

Op zijn oude plaats kan het kantoor nooit herbouwd worden. Daar staat immers het Zaangemaal, dat er sinds 1966 voor zorgt dat de Zaan niet meer zo stinkt en een stuk minder smerig is. Naast het gemaal staat het nieuwe onderkomen van het havenkantoor. Herbouw kan dus alleen op een andere plek en de nieuwe bestemming laat zich raden. Op het voor vele miljoenen herbouwde kantoor zullen dan de groene letters en rode ster van ’s lands grootste bierbrouwer prijken of, erger nog, het logo van een hamburgerketen, die het bedrag voor de pacht lachend betaalt. Niet echt waar Zaandam op zit te wachten, al ziet juist het comité van aanbeveling een horecabestemming ‘met een groot terras’ wel zitten volgens een artikel in Dagblad Zaanstreek.

Toch is er een veel eenvoudiger, goedkoper en zelfs ronduit geniale oplossing voor het herscheppen van het havenkantoor. Wie zei dat het kantoor niet opnieuw kan verrijzen op de plek waar het ooit stond? Oh, zei ik dat zelf? Nou, dat is onzin.

foto Zaangemaal (GAZ, Nathan Mandjes, 2020)

Soeters

In het Belgische toeristenstadje Brugge schijnt een parkeergarage te zijn die er aan de buitenkant uitziet als een middeleeuws pakhuis. Inclusief muurankers en authentieke klinkers. Iedereen vindt het prachtig. Op eenzelfde manier kan ook het havenkantoor uit de dood verrijzen.

De vorige stadsarchitect van Zaandam, Sjoerd Soeters, maakte school met Zaanse gevels die hij in het centrum van de stad liet aanbrengen op ieder gebouw dat hij daarvoor geschikt achtte, of het nu een station, stadhuis, een parfumerie of een hotel was. Gefiguurzaagde Zaanse gevels in elke kleur, als het maar Zaans groen was. En het werkte: ik heb respect voor de manier waarop hij de Gedempte Gracht een nieuw uiterlijk heeft gegeven en tot een succes heeft gemaakt.

Soeters is vertrokken, maar zijn gedachtengoed leeft nog volop. Dus waarom zijn methode ook niet toegepast om het havenkantoor te laten herleven, en nog wel precies op de plaats waar het ooit stond? Met de methode-Soeters kan het Zaangemaal inclusief nieuwe havenkantoor worden omgetoverd tot het oude havenkantoor. Het personeel van de gemeentewerf is in een paar dagen klaar met het overtrekken van de tekeningen van het havengebouw op flinke stukken spaanplaat om die daarna keurig uit te zagen. Na een paar weken vlijtig timmeren en schroeven gaat het complex schuil achter een geheel nieuwe façade, inclusief trapgevels, kaarsrechte steenstrips en imitatie luiken voor de ramen.

Daar staat het, terug waar het ooit stond: het oude havenkantoor. Of het nooit is weggeweest. En de Zaan stroomt erlangs, altijd maar, en het water blijft er nog schoon bij ook.

Foto’s: Gemeentearchief Zaanstad