Toen we een ‘hoera-berichtje’ plaatsten over de aankomende Zaanse Zwem Challenge, georganiseerd door De Junior Kamer Zaanstreek (JKZ), knaagde er iets.

Ik heb mijn weg gevonden en zit op de plek waar ik wil zijn. Ondanks het feit dat er netwerken, kamers, tafels, leesclubjes in de Zaanstreek zijn waar ik nooit toegang toe had – en waar vrouwen geen volwaardig lid van kunnen worden.

Een treffend voorbeeld is de JKZ. Mannen (pardon: ‘junioren’) tot veertig jaar mogen lid worden, mits ze binnen de club passen. Een van de voorwaarden is dat je moet beschikken over mannelijke genitaliën. Besprenkeld met ambitie die de andere leden dan weer niet in de weg mogen zitten.

Terwijl buiten de wind van vernieuwing waait, blijft binnen – in de besloten zaaltjes van het old boys network – alles keurig op zijn plek. Het ruikt er naar oud leer, aftershave uit de jaren zestig en naar zelfgenoegzaamheid.

Hoewel ik inmiddels de veertig gepasseerd ben, ruik ik het nog steeds: die lucht van gesloten kringen zonder ventilatie. Veroorzaakt door de zelfverklaarde kroonjuwelen die vooral op elkaar lijken – en op elkaar gericht zijn. Mensen (m/m) uit de gemeenteraad, makelaars, architecten, vastgoedmannen, notarissen, advocaten, bankmedewerkers.

Ik groeide zakelijk op in een Zaanstreek waar witte mannen in pak de dienst uitmaakten. Ze sloegen elkaar op de schouders alsof ze in hoogst eigen persoon de wereld hadden uitgevonden. Tijdens een bijeenkomst van ondernemersvereniging De Corner, jaren geleden, keek een klant van mijn bedrijf – toevallig een oud-lid van de Juniorkamer – in mijn blouse en zei:

‘Ik betaal voor jouw diensten, dus je bent mijn prostituee*.’

Een grapje, natuurlijk. Gebbetje. Mannenhumor. Moet kunnen.

Het was een moment dat me iets duidelijk maakte: achter die ‘onschuldige’ grappen schuilen structuren. Netwerken.

De plekken waar carrières een versnelling krijgen, zijn vaak juist de plaatsen waar vrouwen structureel op achterstand worden gezet. Omdat ze geen deel uitmaakten van die hi-la-rische avond waarop er door junioren vergaderd werd in de Showboot. Of van de legendarische ontgroening van de nieuwe leden door onderwerping aan ‘De Zaanse verhoormethode’ door echte agenten in een echte cel.

Je had erbij moeten zijn!

De Junior Kamer Zaanstreek. Opgericht in 1957 en nog altijd een bastion van mannen. Een ‘serviceclub voor jonge ondernemers’ met de nobele missie zichzelf te ontwikkelen en ‘de maatschappij een beetje mooier te maken’.

Dat klinkt prachtig, maar wat er niet in die omschrijving staat: JKZ is anno 2025 nog steeds een van de zeldzame Junior Kamers in Nederland waar vrouwen categorisch worden buitengesloten. Dit terwijl het huishoudelijk reglement van JCI Nederland – de landelijke koepelorganisatie – expliciet vermeldt dat zowel mannen als vrouwen lid kunnen zijn.

Tegenover de JKZ zou ZaanlinQ staan, een vrouwennetwerk. Veel later opgericht – maar het is een welkome stok om mee te slaan:

‘Wij mogen daar als man toch ook geen lid van worden?’

Mannen, het is niet hetzelfde.

Vrouwennetwerken proberen een deur open te wrikken. Mannennetwerken als JKZ bewaken de sleutel. Vrouwennetwerken ontstaan uit noodzaak, als antwoord op jarenlange uitsluiting. Ze zijn opgericht om bij te benen, niet om buiten te sluiten. Mannennetwerken als de JKZ bestaan uit gewoonte – en macht.

En die macht is verraderlijk subtiel. Ze schuilt in de deals die gesloten worden tijdens een borrel. In mentorschappen tussen gelijkgestemden. In aanbevelingen die rondgaan in besloten appgroepjes. Macht is onzichtbaar als je erin zit – maar als je erbuiten staat, voel je het elke dag.

Netwerken kunnen krachtig zijn. Maar ik verzet me tegen netwerken die anderen uitsluiten en zich verschuilen achter ‘traditie’ om dat goed te praten.

De JKZ zou een katalysator van verandering kunnen zijn – maar kiest ervoor een reliek te blijven. En dat zegt meer dan alle mooie woorden over ‘persoonlijke ontwikkeling’ bij elkaar.

Dus heren van de JKZ, tafels en andere samenklittende penisclubjes: rook je sigaartjes, organiseer en communiceer je wereldverbeterende goede-doel-dingen, en geniet van je onderlinge succes.

Maar echte vooruitgang begint als je ruimte maakt voor anderen aan tafel. Tot die tijd blijven jullie een benepen clubje mannen op zolder. Druk met elkaar. Doof voor de wereld daarbuiten.

 Armoedig.


* Hij zei ‘hoer’, maar dat vind ik wat grof.

Door: Merel Kan, de foto boven werd gemaakt door Annemarie van Nieuwamerongen bij de faillissementsuitverkoop in de winkel.