‘Ooit werd ik aangerand in de grootkeuken van een zorginstelling in Zaandam. Een kleine bonkige man met een snor had het op me voorzien en ik had geen antwoord.’

Het was het begin van een column in reactie op ‘Het Gooise Matras’ dat veranderde in een stinkend moeras. 

Een zieke geschiedenis die veel vrouwen herkennen in uiteenlopende variaties. 

Nog voor ik helemaal uitgeschreven was maakte mijn hond duidelijk dat hij andere prioriteiten had: een wandeling door het Twiske. 

Bij thuiskomst struikelde ik over een steen. Met daarop een vrolijk meisje dat een hartje vasthoudt precies voor de plek waar bij mij het misselijke gevoel zich had vastgezet. Daar kon geen schrijverij tegenop: de kei maakte blij. 

Mijn column verdween in de vuilnisbak. Waar mensen die hun macht misbruiken ook horen.

Dank je wel, MV.