Ze wil het niet zijn, want ze weet dat er mensen zijn die het met een stuk minder moeten doen dan zij. Ze is 76, weduwe. En ze heeft kinderen en kleinkinderen.

De Week tegen Eenzaamheid is voorbij. Die liep van 25 september tot en met 1 oktober. Er werd stilgestaan bij mensen die zich alleen voelen. Er waren koffietafels, projecten en ontmoetingen door heel Nederland. Waardevol natuurlijk.

Maar toch schuurt het.

Want eenzaamheid past niet in een week. Het zit in een leven dat soms te stil is.

Maandag: Haar kleindochter komt langs tijdens een tussenuur. Dat vertelt ze graag aan iedereen die het horen wil. Maar aan wie?

Dinsdag: Ze belt met een vriendin, maar die moet er net vandoor. Sommige stellen die ze met haar man zag, ziet ze nu niet meer.

Woensdag: De stoel naast haar is leeg. Soms praat ze in haar hoofd tegen hem. Of, wat maakt het uit, hardop.

Donderdag: De hele dag sprak ze niemand. In de avond belt ze haar dochter, daarna haar zoon. Ze zijn in gesprek. Misschien met elkaar?

Vrijdag: Ze zet de tv aan. Overdag. Niet om te kijken, maar om stemmen te horen. Vroeger deed ze dat nooit.

Zaterdag: Op de markt had ze een naam: bij de visboer, de groenteboer en de stroopwafelvrouw. Zelf lukt het niet meer er te komen, maar de kinderen hebben hun eigen leven.

Zondag: Er ligt een casino wit in de vriezer en gerookte zalm in de koelkast. Voor als de kinderen vanmiddag komen. Ze komen niet, maar bellen wel.

Er wordt van haar gehouden en er wordt aan haar gedacht. Maar voor niemand is ze nummer een.

Cijfers maken duidelijk dat zij niet de enige is. Meer dan de helft van de volwassen Zaankanters voelt zich eenzaam. Bijna één op de zes zelfs ernstig. Het gaat om mensen naast ons, ook in dorpen waar je denkt dat iedereen elkaar nog kent.

Eenzaamheid laat zich niet vangen in een week. Ze zit in dagen die traag voorbijgaan. In stoelen die leeg blijven. In telefoons die stil zijn.

Een week aandacht helpt. Maar wat telt, is dat we elkaar blijven zien.

Ook op een gewone, regenachtige, zondag in oktober.

Door: Merel Kan. De afbeelding boven is een foto van een schilderij van Marcel Gigengack.