‘Koud zweet’ had ik ingetikt, en ‘pijn rechterzij’.

Al wiegend op handen en knieën kijk ik ingespannen naar het schermpje van mijn telefoon. En Pierre, wat heeft zij gewonnen?

De opties lijken onbeperkt: iets met de eierstok, alvleesklier, een liesbreuk, blindedarmontsteking een eileiderontsteking, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap…

‘Lijkt op weeën’ voeg ik toe aan mijn zoekwoorden, en dan is het bingo: Nierstenen koliekpijn. ‘Koliek is voor paarden,’ bedenk ik me, en ik weet dat zij dan moeten blijven lopen om te overleven.

Als een dief in de nacht was ik overvallen door die steen. Daarbij had ‘ie de moeite genomen een rietje in mijn navel te steken om mijn buik strak op te blazen. Dat leverde meer ruimte op om te vullen met pijn.

Lopen als een paard lukt niet goed, maar terwijl mijn man doorsnurkt voer ik op de slaapkamervloer een choreografie uit die niet had misstaan op het podium van de grote zaal in het Zaantheater. De uitgestoten klanken kunnen doorgaan voor experimentele muziek. Als ik mijn slapende eenmanspubliek tegen een uur of vijf eindelijk wakker heb gespeeld, vertrekken we naar de eerste hulp van het ZMC.

Een goedlachse arts die mijn dochter had kunnen zijn, bevestigt dat het – waarschijnlijk – om een niersteen gaat. Ze zet met veel plezier een spuit morfine in mijn bil. Over de werking van morfine had ik goede verhalen gehoord, dus als de pijn aanblijft, voel ik me bekocht. Dat wil zeggen, totdat rond twaalven het spul is uitgewerkt.

Na een uur loeien en kronkelen zonder verlichting krijg ik via mijn huisarts pijnbestrijdende dieptebommen die een half uur later de scherpte wat wegnemen. Ik google ‘nierstenen’ en ‘afbeeldingen’ omdat ik wil weten hoe de vijand eruitziet. Klein zijn de meesten. Sommigen niet meer dan een zandkorrel. Maar ik lees ook over een geval van 17 centimeter. Ik ga ervan uit dat ook ik daarmee te stellen heb. Minimaal.

Om een te lang verhaal iets korter te maken, – ergens ving ik op dat het in 48 uur gepiept zou moeten zijn, maar het kostte mij 168 uur – ik denk dat ik de steen overwonnen heb.

Sinds gisteren ben ik vrij van pijn, en hoe ik ook beweeg, huppel, hoepel, of wieg, ik kan hem niet meer vinden. 17 centimeter lost niet zomaar op zou je zeggen, en boze tongen beweren dat het slechts een zandkorreltje was.

Ik weet beter: het was een bijzondere steen. Hij kwam als een dief in de nacht en verdween op dezelfde manier. Pure magie.

Lees meer Merel Kan