Bij overleden schapen die gegraasd hebben bij Nauerna is ‘chronische ijzervergiftiging’ geconstateerd. Ook werd lood in de lever van schapen aangetroffen.

Daarnaast is er sprake van een verhoogd sulfaatgehalte dat door onderzoekers “directe en indirecte gezondheidsrisico’s voor schapen” kan hebben.

Dat blijkt uit onderzoeken naar verontreinigingen van water en grond in de buurt van Nauerna 3A. Onderzoekers raden aan schapen voortaan leidingwater te laten drinken:

“Op basis van de uitslagen van het wateronderzoek is het oppervlaktewater ongeschikt als drinkwater voor schapen.”

De onderzoekers stellen ook dat de “locatie verdacht is met betrekking tot de aanwezigheid van een bodemverontreiniging aan de parameters zware metalen, arseen en zwavel.”

Gezondheidsrisico

In het water bij de boerderij aan Nauerna 3A – waar elf schapen stierven – zijn verhoogde niveaus van ijzer, natrium en zwavel aangetroffen, “die onder bepaalde omstandigheden een gezondheidsrisico voor schapen kunnen vormen.”

Ook is er een verhoogde blootstelling aan lood vastgesteld en een ‘licht verhoogd’ bariumgehalte van het oppervlaktewater. Niet alle gevonden waarden zijn ‘direct gevaarlijk’ maar:

“Hogere dan normale loodgehalten bij dieren zijn echter een signaal van potentieel risico voor de volksgezondheid, met name voor de meest kwetsbaren van de bevolking, zoals bijvoorbeeld kinderen.”

Sulfaat

Het rapport bevat talrijke verontrustende mededelingen:

“een te hoog zoutgehalte (natrium en chloride) en sulfaat vormen de belangrijkste toxicologische risico’s.

“Andere elementen waren ook aanwezig in concentraties boven de normale achtergrond voor Nederland, waaronder lood en zink in de bodem, zink in sediment en barium in water.”

Over het laatste wordt ook gezegd dat de niveaus “echter niet hoog genoeg om een vergiftigingsrisico voor schapen te vormen.”

“Verhoogd ijzer werd gevonden in vier van de acht watermonsters”

Maar ook hier houden onderzoekers een slag om de arm:

“Hoge ijzergehaltes kunnen direct giftig zijn, hoewel acute ijzervergiftiging niet wordt verwacht bij de waargenomen gehaltes in de watermonsters. IJzer is echter, zoals sulfaat, een remmer van de opname van koper en kan het risico op kopertekort bij blootgestelde dieren verhogen.

IJzervergiftiging

In een vijf dagen oud lam dat was gestorven werd “een zeer hoog (toxicologisch relevant) ijzergehalte en een tekort aan koper in de lever” aangetroffen.

“In februari 2020 zijn twee volwassen schapen onderzocht. Een van deze schapen had een hoog ijzergehalte en een extreem tekort aan koper in de lever. Dit schaap had ook leverlaesies (verschijnselen van chronische hepatitis) die passend zijn bij chronische ijzervergiftiging.

Naast ijzer is sulfaat (duidelijk door een “duidelijke geur van rotte eieren) gevonden:

Bodemonderzoek en sedimentonderzoek toonden ook sulfaat aan als de meest problematische parameter in termen van vergiftigingsrisico.

Afvalzorg

Niet overal kon onderzoek worden gedaan:

“Afvalzorg heeft voor één specifieke locatie langs de dijk geen toestemming gegeven voor monstername. Dit betreft het stuk land direct aan de andere kant van het woonhuis. Zodoende is deze locatie, waar voorheen de schapen van Nauerna 3A ook hebben gegraasd, niet bemonsterd en onderzocht.”

Later heeft Afvalzorg laten weten dat ze “onder bepaalde voorwaarden alsnog toestemming wil geven voor monstername op deze locatie.”

Waar de verontreiniging vandaan komt, is niet onderzocht:

“het onderzoek had niet als doel een mogelijke bron op te sporen. Verhoogde niveaus van natrium, ijzer en zwavel kunnen het gevolg zijn van natuurlijke processen, maar kunnen ook afkomstig zijn van menselijk handelen in het gebied. Verhoogde gehalten van lood en kwik zijn hoogst waarschijnlijk onnatuurlijk, maar het is niet mogelijk om de bron of het tijdstip waarop de verontreiniging plaatsvond vast te stellen op basis van de resultaten uit dit onderzoek.

Zaanstad

Uit de begeleidende Raadsinformatiebrief van wethouder Wessel Breunesse (GroenLinks) van Zaanstad wordt gesteld dat de aanbeveling om dieren niet uit de ringsloot te laten drinken allang bekend was. Ook de onderzoeken naar de doden schapen en het lam zijn geen nieuws volgens de gemeente.

“De resultaten van bodem en sedimentonderzoek zijn getoetst aan de Wet bodembescherming en wijzen niet op een sterke verontreiniging in bodem of water die risico’s veroorzaakt.”

Risico’s zijn beperkt volgens Zaanstad:

“De gemeten sulfaatconcentratie is vergeleken met concentraties zoals door het RIVM gemeten is op andere plaatsen in Nederland (referentienormen). Het valt op dat de gemeten gehalten hoger zijn dan op veel andere plaatsen in Nederland, maar volgens de GD [onderzoeksbureau] vormt dit geen direct risico voor de vergiftiging van schapen.”

Lage ligging

De eigenaar van de schapen neemt aan dat er een verband is tussen de sterfte van schapen en de nabijgelegen stortplaats. Zaanstad:

“De gemeente concludeert op basis van het rapport van de GD en na beoordeling door een adviesbureau dat de resultaten van het onderzoek geen indicatie geven voor een verband tussen de gemeten concentraties in bodem, sediment en water en de aanwezigheid van de stortplaats.”

Het onderzoek ging nadrukkelijk niet over de oorzaak van de verontreiniging, maar Zaanstad heeft wel een verklaring:

“De verklaring voor de gemeten waterkwaliteit is volgens het Hoogheemraadschap de lage ligging van de locatie ten opzichte van het Noorzeekanaal. De gemeten waarden zijn vergelijkbaar met de gehaltes op andere locaties langs het Noordzeekanaal.”

Er zijn volgens Zaanstad geen aanwijzingen voor ‘sterke verontreiniging’ terwijl “de gevonden sulfaatgehalten geen direct risico vormen voor vergiftiging van schapen.”

Bekijk hier de documenten op de site van Zaanstad en hier ons dossier over de vuilstort Nauerna.