Afgelopen maandag werd in Café De Fabriek gediscussieerd over het Zaanse cultuurbeleid. Wethouder Wessel Breunesse (GroenLinks) werd daar geconfronteerd met de ‘nationale cultuur-benchmark’, waarin Zaanstad onder gemiddeld presteert. De wethouder lag er niet van wakker, omdat ‘Zaanstad nu eenmaal geen stad is maar een verzameling van dorpen en een stad’. Ja, dus? vroeg ik mij toen af.

Door: Chris van Koppen

Benchmark

De ‘nationale cultuurbenchmark’ is het Onderzoek detaillering cultuurlasten gemeenten en provincies dat iedere twee jaar door het CBS wordt gepubliceerd, op basis van door provincies en gemeenten zelf aangeleverde cijfers. Het laatste overzicht dateert van afgelopen najaar en geeft de cijfers over 2021.

In grote lijnen laat het zien dat hoe groter een gemeente is hoe hoger de cultuurbegroting is en, belangrijker, hoe hoger het bedrag dat een gemeente per hoofd van de bevolking aan cultuur besteedt.

Zaanstad behoort tot de veertien Nederlandse gemeenten met tussen de 150.000 en 250.000 inwoners, de gemeenten direct na de Grote Vier (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Die gemeentes besteden gemiddeld 4% van hun begroting aan cultuur. Per inwoner is dat € 172.

Zaanstad presteert ver beneden dat gemiddelde: € 77 per inwoner. Het is daarmee 14e in het rijtje van 14 en presteert slechter dan Haarlemmermeer (ook een verzameling dorpen met een hoofd-dorp, € 150 per hoofd van de bevolking), Apeldoorn (€ 128 per hoofd van de bevolking) en zelfs Almere (met, zeg ik wel eens gekscherend, een beschermde status als culturele woestijn, € 127 per hoofd van de bevolking).

Zaanstad acteert op het niveau van kleinere gemeentes zoals Westland (€ 68), Alphen aan den Rijn (€ 72) en Velsen (€79). 

Ik ben vaak geneigd Zaanstad te vergelijken met het wat grotere Tilburg (stad en drie dorpen, met een vergelijkbare sociale en ruimtelijke problematiek) en het wat kleinere Helmond (industriële stad en drie dorpen, onder de rook van Eindhoven): die tekenen voor resp. € 165 en € 129 per hoofd van de bevolking. Of in Noord-Holland met provinciehoofdstad Haarlem (€ 208), stad met dorpen Alkmaar (€ 162), de Amsterdamse buitenwijk Amstelveen (€ 105) en het verre Den Helder (€ 129). Of met het aangrenzende Oostzaan: € 115 per hoofd van de bevolking.

Verzameling dorpen en een stad

Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is: aan de Zaan is cultuur geen politieke prioriteit. Los van wat ik daar persoonlijk van vind: dat mag. Democratisch gekozen bestuurders hebben het recht om weinig, minder of zelfs niets aan cultuur uit te geven. Maar ze moeten wel bereid zijn de werkelijkheid onder ogen te zien en voor hun rekening te nemen.

De ‘prestatie’ van Zaanstad vraagt dan iets meer onderbouwing dan dat het slechts ‘een verzameling dorpen en een stad’ is. Want daarin is Zaanstad al lang niet meer uniek. Als gevolg van het permanente proces van gemeentelijke herindeling en schaalvergroting bestaat tegenwoordig vrijwel iedere gemeente uit een verzameling dorpen of een verzameling dorpen en een stad (of zelfs meerdere steden). En als de wethouder aan de ruimtelijke configuratie van Zaanstad al argumenten wil ontlenen voor een van het gemiddelde afwijkende cultuurbegroting, dan pleit die eerder voor meer dan minder uitgaven. Omdat, wil cultuur voor iedereen bereikbaar zijn, die configuratie dwingt tot een grote spreiding van culturele voorzieningen.

Lees ook: Wethouder Breunesse: evenementen-vergunning moet eenvoudiger

Een opiniebijdrage van Chris van Koppen (historicus, oud-voorzitter van Onderwijsstichting St. Michaël, woont in Zaandam – zie link voor hele CV)