Afgelopen zaterdag lanceerden wij het innovatief/oud-Zaanse idee om De Burcht grasrijk groen en open in te richten, als zuurstoftank voor het brein en de stad.

Historicus Peter Heere bleek niet direct gecharmeerd van dat plan, en hij kwam met een alternatief. Wij buigen ons hoofd voor Heere. Niet alleen omdat hij een echte ridder is, maar ook omdat zijn plan heel misschien wel nóg beter is dan het onze…

Wij plaatsen zijn reactie 1:1

Gras op de Burcht vergelijken met dat op het Amsterdamse Museumplein doet onmiddellijk denken aan de enorme problemen die het daar heeft veroorzaakt, jaar in, jaar uit. Steeds weer moet stadsdeel Zuid zich buigen over de vraag of het gras “nog te reanimeren” valt.

In de wintermaanden, met sneeuw en vorst, ziet het gras er gedurende weken, zo niet een maand of twee, zwart uit.

In de zomermaanden (en ja, we schijnen de komende jaren meer van dit soort verzengende zomers te krijgen) droogt het gras uit, met als gevolg een wekenlange (één, twee maanden?) gele, droge, platte vlakte. OK, een paar flinke regenbuien zorgen er voor dat het snel weer groen kan zijn, maar die droogteperiode kán lang duren.

Tussendoor kan ook Zaandam soms een ‘moessonbui’ regen te verwerken krijgen. Het grasveld op het Museumplein heeft bewezen dat zo’n bui vaak “een vernietigend effect” heeft: modderbakken waren het gevolg.

Hoe je het ook wendt of keert: met regelmaat wil men een gebeurtenis (Koninginnedag, 5 meiviering, kermis, circus) op de grasvlakte laten plaatsvinden, waardoor niet alleen heel veel mensen op het gras lopen, maar ook bijvoorbeeld geluidsinstallaties, vlonders, wat niet al geplaatst en weer afgebroken moeten worden. De grasvlakte op het Museumplein heeft bewezen dat de meeste schade in de regel ontstaat bij de ‘op- en afbouw van het evenemententerrein en de transportbewegingen’. Hoe langer het evenement duurt (een paar uur, een weekend, een week), hoe groter de schade aan het gras.

En denk ook aan de kosten. We zijn er niet met één keer een grasveld aanleggen. Gras op zo’n prominente plek moet met regelmaat ‘bemest’ en ‘belucht’ worden, en in Amsterdam is men steeds weer bezig met het ‘zaaien met voorgekiemd graszaad’ op plekken die beschadigd zijn en op plekken waarop het gras het door onbekende oorzaak gewoon niet goed wil doen (“het gras blijft op delen van het Museumplein structureel achter ten opzichte van andere plekken”, lezen we dan). De meest kwetsbare plekken kunnen, zo wijst de praktijk uit, na een maand herstellen, mits … dat stuk dan wel in die periode met hekken wordt omgeven, zodat niemand daar gaat lopen. Maar sommige plekken blijven, ondanks onderzoek naar bodemtextuur, organische stoffen en pH-metingen (“met de Veris U3 bodemscanner hebben we plaatsspecifiek diverse bodemparameters in kaart gebracht”, lezen we in een stuk uit 2018), probleemgevallen. Ondanks alle maatregelen moet men op het Amsterdamse Museumplein al bijna 20 jaar steeds weer concluderen: “het blijft kwakkelen met die grasmat”.

Piet Oudolf

Hoe kunnen we dit in Zaandam voorkomen? We zouden in plaats van één grote grasvlakte kunnen overwegen tuinarchitect Piet Oudolf – beroemd in het buitenland – een ontwerp voor een ‘tuin’ te laten maken. Oudolf heeft bewezen schitterende tuinen (formaat Burcht en veel groter) te kunnen ontwerpen en aanleggen. Zo’n ‘tuin’ houdt wel in dat voor de kermis en het circus een andere plek moet worden gezocht.

Hieronder een impressie van het werk van Oudolf:

FIVE SEASONS: The Gardens of Piet Oudolf (theatrical trailer) from Thomas Piper on Vimeo.