Amsterdam wil grote windturbines aan de grens van Zaanstad plaatsen, een ‘XXL-ambitie op de duurzaamheidslat’ aldus CDA-raadslid Marc Wit (Zaanstad). Een veel te grote ambitie wat hem betreft: het gemeentebestuur van de hoofdstad gaat zich hier te buiten aan ‘powerplay’ ten koste van de buren.

Door Marc Wit

Met wisselende berichtgeving over de komst en vrijwaring van grote windturbines, zorgt het gemeentebestuur van Amsterdam voor irritatie en ongerustheid. Deze aanpak van een duurzaamheidsdilemma is symptomatisch voor bestuurlijke kramp. Kramp omdat het gemeentebestuur van Amsterdam zich met een veel te grote duurzaamheidsambitie op de lat heeft gezet, niet ten halve keert, maar kiest voor powerplay.

Verandernoodzaak. Uiteraard moeten we gezamenlijk onze energiebehoefte verder veranderen en bronnen verduurzamen. Maar ongerustheid over het klimaat in combinatie met dadendrang heeft sommigen, waaronder het gemeentebestuur van Amsterdam, overambitieus gemaakt.

Overdaad. Feit is dat we ons in een transitiefase bevinden waarin we qua duurzaamheids-maatregelen meer willen dan we feitelijk kunnen. Waar dat toe kan leiden hebben we gezien met de biomassacentrales die als paddenstoelen uit de grond schoten/schieten, tot in woonwijken. Gevolgen zijn extra CO2 uitstoot, veel transportbewegingen met hout, overlast in woonbuurten resulterend in weerstand en miljarden aan ineffectief besteed subsidiegeld. Bovendien, de biomassacentrales staan voor decennia gepland om te blijven.

Overambitie in stedelijk woongebied. Het Amsterdamse stadsbestuur heeft zich met een XXL-ambitie op de duurzaamheidslat gezet. Hoge ambitie hebben is natuurlijk prima, tenzij de gereedschapskist beperkt is tot zon en wind op land. Op zich prima gereedschap, maar dan niet in stedelijke woongebieden. Daar verhouden ambitie, locatie en instrumenten zich niet tot elkaar. De overambitie wordt nog pijnlijker omdat het Amsterdamse bestuur een dubbele ambitie moet waarmaken. Want bovenop de hoge regionale ambitie (RES) komt nog een landelijke ambitie met betrekking tot energie (en drinkwater!) slurpende datacenters. Bizar natuurlijk als nieuwe windturbines gaan draaien voor datacenters van techbedrijven die zodoende goede sier maken met (goedkope) duurzame energie, opgewekt in onze voor- en achtertuinen. Dat het Amsterdamse gemeentebestuur zich hiervoor leent, daartoe woongebieden slachtoffert en ontwikkelgebieden mogelijk op slot zet, is slecht voor de geloofwaardigheid van de overheid.

Kramp. En als het doel dan alle (beperkte) middelen heiligt, hebben de inwoners van de MRA-gemeenten dus wel de lasten, maar niet de lusten. Althans, niet alle inwoners, want sommige inwoners van Amsterdam zijn kennelijk iets meer gelijk dan anderen binnen de MRA. Daarom heeft het bestuur van Amsterdam het zoekgebied voor windturbines bij IJburg opgeheven. Symptomatisch voor bestuurlijke kramp.

Chronische buikpijn. Ook symptomatisch voor kramp is dat buurgemeenten van Amsterdam te horen krijgen dat overlast er nou eenmaal bij hoort en dat men altijd de gang naar de rechter kan maken. Of het afdoen van een kritische houding met NIMBY. Dat is het omgekeerde van draagvlak zoeken! Het nu in korte tijd doorduwen van windturbines in stedelijke woongebieden creëert chronische buikpijn, vergelijkbaar met de positionering van vuilnisbelten, gifstortplaatsen (Diemerzeedijk) en hoogspanningsmasten in de vorige eeuw, en eerdergenoemde biomassacentrales. Hoeveel last en spijt hebben gemeenten niet van deze beslissingen van hun voorgangers! Laten wij daar als bestuurders geen negatieve erfenis aan toevoegen!

Lappendeken. Wat ook niet bijdraagt aan draagvlak is de lappendeken aan (bevoegde) gezagen op dit ene thema. Ambities stellen en plannen maken gebeurt op gemeentelijk niveau, met een dikke vinger in de pap voor Amsterdam, regionaal – (RES gebieden), provinciaal – en landelijk niveau (denk aan datacenters). De feitelijke plaatsing van windturbines geschiedt publiek/privaat, waarbij initiatieven voor het plaatsen van windturbines in vastgestelde zoekgebieden waarschijnlijk niet meer tegengehouden kunnen worden zonder tijd- en geldverslindende juridische procedures.

Advies. In een transitiefase is het van belang om te investeren in bewustwording van inwoners en ondernemers, hen mee te laten denken over mogelijkheden tot verduurzaming met draagvlak. Voorbeelden?

  • Investeer/participeer in windprojecten op zee, bindt de MRA-duurzaamheidsambitie aan resultaat, niet aan ongeschikte locaties in stedelijke woongebieden.
  • Investeer proportioneel in wind op grootschalige industrieterreinen (Havengebied), gekoppeld aan investeringen om daarmee verder te ‘ontkolen’, bijvoorbeeld een Waterstofcentrale. Laat het havengebied profiteren en anticiperen met de overstap naar opslag van duurzaam opgewekte energie.
  • Maar ook, grootschalig investeren in isolatie van woningen en andere energie lekkende gebouwen. Verlagen van onze energiebehoefte is pure winst.

Tot slot. Zonder af te dalen in de literatuurgeschiedenis, er is volgens sommigen geen periode van toen zo actueel als de tijd van ‘Sturm und Drang’, waarin men zocht naar meer evenwicht tussen gevoel en verstand. Beter kan ik mijn betoog niet afsluiten: Bestuurders, volksvertegenwoordigers van nu, combineer bestuurlijke passie met maatschappelijk verantwoorde oplossingen! Wees wijs met ons mooie stedelijk woongebied, stop met powerplay en werk aan duurzame oplossingen met draagvlak.

Marc Wit, betrokken gemeenteraadslid