Veenendaal werd afgelopen week verkozen tot Fietsstad 2020 van Nederland.

Zaanstad eindigde onderaan in de competitie, met matige rapportcijfers.

De gemeente in De Gelderse Valei (en dus niet ‘op de Veluwe’) scoorde een 4,4 op een schaal van 5, dus dat is een 9- (8,8) als rapportcijfer. Zaanstad moest het doen met 3,1 wat neerkomt op een 6+ op haar rapport voor fietsverkeer.

Dat cijfer voor Zaanstad was onder het landelijk gemiddelde van 3,4. Op vrijwel alle punten scoorde Zaanstad lager als fietsers naar hun oordeel werd gevraagd: bij de veiligheid voor kwetsbare groepen, bij de fietservaring, bij het onderhoud, bij het netwerk (de bereikbaarheid) en bij de infrastructuur (o.a. de fietsparkeerplekken).

Daarnaast onderzocht de Fietsersbond die de verkiezing organiseerde, een aantal ‘objectieve’ criteria: hoeveel moet je omrijden vergeleken met een rechte lijn van A naar B, of rotondes fietsvoorrang hebben, de hoeveelheid bestemmingen op fietsafstand (vergeleken met vergelijkbare gemeenten) en of langs 50 km/u wegen aparte fietspaden liggen.

Hier scoorde Zaanstad beter, vooral bij de rotondes; bij de omrijd-factor eindigt Zaanstad echter in de staart.

Hier zijn alle scores te vergelijken.