Het aantal mensen dat in de Zaanstreek een beroep doet op Beter-Buren om ruzie met de buren te beslechten blijft rond de vierhonderd schommelen. De bemiddelaars hebben vorig jaar ervaren dat de onderliggende problemen heftiger zijn geworden.

‘In veertig procent van de burenruzies is er veel meer aan de hand dan een incidentele ergernis over een te hoge heg of lawaaiige honden,’ zegt Inez De Jaegher, projectleider bij Beter-Buren in Zaanstad-Womerland. ‘De verhoudingen zijn meestal veel langer en veel ernstiger verstoord. Dat zegt veel over hoe we communiceren. Niet communiceren We zijn niet meer gewend om de buren aan te spreken op hun gedrag. Op de vuilniszak die al zo lang buiten staat en begint te stinken. Daardoor kan irritatie uitgroeien tot een conflict.

‘Soms kennen buren elkaar niet eens. Dat komt vooral voor in appartementen,’ zegt Mirjam Kwantes, een van de achtentwintig bemiddelaars van Beter-Buren. ‘Onze bemiddeling is vaak het eerste echte gesprek tussen de buren. De eerste keer dat de klager voluit over zijn ervaringen kan vertellen. Buur twee vragen we om alleen te luisteren en niet te reageren. Daarna mag buur twee ongestoord zijn kant van de zaak toelichten. Op het moment van een ruzie overheerst de emotie en laat je elkaar niet uitspreken.’

Hoog oplossingspercentage

Vierhonderd bemiddelingen in een jaar is een hoge score. ‘Maar ons oplossingspercentage is óók hoog,’ zegt Inez De Jaegher. ‘Dat is het resultaat van de expertise en de lange ervaring van onze bemiddelaars. Wat ook toeneemt is de bereidheid van de buren om het gesprek met elkaar aan te gaan en open durven te staan. We zien ook dat steeds meer mensen zelf het initiatief nemen om ons in te schakelen. Ze weten dat we er zijn. Instanties als de politie en woningcorporaties maken duidelijk dat de betrokkenen éérst zelf de problemen moeten zien op te lossen voordat zij misschien in actie komen.’

‘Wat mij opvalt is dat we nu zelfs telefoontjes krijgen van mensen die ons bedanken voor de bemiddeling,’ zegt Sonja Klopper, medewerker coördinatie in Zaanstreek

Het inschakelen van Beter-Buren leidt niet altijd tot een bemiddeling. Soms kan worden volstaan met het coachen van beide buren door een van de daartoe opgeleide bemiddelaars. ‘Een heel enkele keer stopt de overlast al als mensen horen dat wij erbij betrokken zijn.’

Pittig en dankbaar

Het is een vast onderdeel van de jaarlijkse terugblik: de dringende behoefte aan bemiddelaars. Door de onderliggende problematiek kost een bemiddeling meer tijd en aandacht. ‘Het is pittig en dankbaar werk,’ zegt Mirjam Kwantes. Zij heeft altijd vrijwilligerswerk gedaan. Toen zij zich oriënteerde op wat zij zou kunnen doen, kwam zij Beter-Buren op het spoor. Haar eerste indruk was: dit is leuk werk. En dat vindt zij nog steeds. ‘Wat mij  aansprak was de professionaliteit. Het is niet zomaar een bijbaantje, het is een serieuze aangelegenheid. Niet makkelijk. Je moet van mensen houden, communicatief zijn en je hebt een zekere durf nodig. Het moeilijkste vind ik aanbellen bij de buren die niet weten dat wij zijn ingeschakeld om te helpen het conflict op te lossen. Die schrikken. Soms beseffen ze niet eens dat ze overlast veroorzaken. Dan moet jij ze ervan overtuigen om mee te doen. Ik geef niet snel op en het geeft een goed gevoel als de bemiddeling tot een geslaagd resultaat leidt.’

Door: Jaap de Jong. Foto: Inez De Jaegher (links) en Marja Kwantes