In 2022 moesten Nederlanders gemiddeld 1,1 kilometer reizen om bij de huisarts te komen, in 2008 was dat nog 900 meter. In Zaanstad, Wormerland en Oostzaan was de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk in 2022 gemiddeld op 1 kilometer afstand.

Ziekenhuizen en buitenpoliklinieken liggen gemiddeld een stuk verder weg. In Nederland was deze afstand in 2022 gemiddeld 4,9 kilometer. Zaanstad ligt met 3,1 kilometer onder het gemiddelde. Wormerland en Oostzaan moeten het, met respectievelijk 5,6 en 5,5 kilometer, met een grotere afstand doen.

Dat blijkt uit recente cijfers van het CBS die vandaag bekend werden gemaakt.

De afstand (over de autoweg) tot de huisarts verschilt sterk per gemeente. In 41 procent van de gemeenten lag de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk op maximaal 1 kilometer afstand. In een meerderheid van de gemeenten is de afstand tot de huisartsenpraktijk in vergelijking met 2008 toegenomen. In Zaanstad en Oostzaan bleef de afstand gelijk. In Wormerland nam de afstand met 0,1 kilometer af.

De huisartsenpost (voor spoedeisende gevallen wanneer de huisartsenpraktijk gesloten is) is over het algemeen wat verder weg dan de huisartsenpraktijk: in 2022 was dat gemiddeld in heel Nederland 6,9 kilometer.

Naar een ziekenhuis rijden (buitenpoliklinieken* meegeteld) was in 2022 gemiddeld 4,9 kilometer. Dit is een afname in afstand ten opzichte van 2008. Dat komt onder andere door ziekenhuisfusies in de afgelopen jaren en een toename van buitenpoliklinieken. De inwoners van Zaanstad treffen het ziekenhuis op een afstand van gemiddeld 3,1 kilometer. Mensen in Wormerland (5,6 kilometer) en Oostzaan (5,5 kilometer) moeten net een stukje verder rijden.    

* Buitenpoliklinieken zijn poliklinieken die niet op een van de ziekenhuislocaties zijn gevestigd, waardoor patiënten makkelijker toegang hebben tot een aantal veelvoorkomende specialistische onderzoeken en handelingen.

Tekst: Redactie De Orkaan, Bron: CBS, Foto: Orkaan-Archief