In Nederland ontvingen gemiddeld 28 mensen per 1.000 inwoners een bijstandsuitkering in 2020. Zaanstad zit op dat landelijk gemiddelde.

Wormerland en Oostzaan hebben relatief gezien minder mensen in de bijstand: 16 en 14 op de 1.000.

In 2020 steeg het aandeel bijstandsontvangers licht ten opzichte van 2019. Ook hier volgen de Zaanse gemeenten de landelijk trend die vandaag in een publicatie van het CBS bekend werd gemaakt.

In Zaanstad is de stijging overigens minimaal, van 27,6 naar 27,7. In Wormerland ging het van 14,6 naar 15,5 – in Oostzaan van 13,0 naar 13,9.

Het aandeel bijstandsuitkeringen ligt nog steeds onder dat van de economische recessie die volgde op de kredietcrisis, toen nam het aandeel bijstandsontvangers in Nederland toe tot ruim 30 in 2017. In Zaanstad lag het tussen 2015 en 2018 boven de 30. Daarna nam het snel af, tot 2020 dus.

Het patroon in de andere Zaangemeenten is anders, in Wormerland ligt het al zo’n zeven jaar op ongeveer 15, in Oostzaan stijgt het vrijwel permanent van 5 in 2009 tot 14 in 2020.

Aandeel bijstandsontvangers per 1.000 inwoners, ’totaal’ is het aandeel in heel Nederland.

Een aandeel van 28 per 1.000 is vergeleken met andere gemeenten in Noord-Holland hoog, alleen Amsterdam en Den Helder scoren hoger dan Zaanstad. Landelijk zijn er acht koplopers volgens het CBS:

“In 8 gemeenten waren er medio 2020 minimaal 50 bijstandsontvangers per duizend inwoners, namelijk in Amsterdam, Arnhem, Enschede, Den Haag, Groningen, Heerlen, Leeuwarden en Rotterdam

De economie is niet de enige reden voor schommelingen, door wetgeving kunnen ook meer of minder mensen recht hebben op een uitkering.