Aankomende vrijdag is het hek van de dam in Oostknollendam. De Oostknollendammerkermis start dan om 18.30 uur en zal doorlopen tot maandagavond laat. 

Een jaarlijks terugkerende traditie met vlotbruggen, ringsteken, kinderspelletjes, kussengevechten, live muziek, sloeproeien, een reünie, Rad van Fortuin en… (dat kan gewoon in Oostknollendam): een ‘vrouwenmiddag’.

De kermis heeft een naam en schijnt bijzonder te zijn. Er zijn weinig dorpelingen die niet betrokken zijn bij de organisatie of als gezellige gast. 

Gisteren werd er al een start gemaakt met de opbouw, en tussendoor vond Krijn van der Voorn, de voorzitter van het 100-jarige feestcommissie Nova Vita, even tijd om ons te woord te staan:  

Hieronder het volledige programma dat we overnamen van de KnolKnal-nieuwsbrief van Bart van der Laan (en daaronder een persoonlijke ontboezeming van Orkaan-redacteur Piet Bakker).

Vrijdag 19 augustus. Start kermis.Kinderkermis; Bar Dorpshuis open (18.30 uur); Nova Vita ker-mis-spellen (20.00 u.); Vlotbruggen (20.30 u.); Band ‘No Signal’ in Dorpshuis  (22.00 u./02.00 uur.).  

Zaterdag 20 augustus. Camping jeugd (12 uur); Sloeproeien (13 uur); Dorpshuis open (15.00 uur); Vlotbruggen (16 uur); Amsterdamse middag: René Eshuijs (16 u.-20 u.); DJ TSN (22 u.- 01.00 u.). 

Zondag 21 augustus. Ringsteken met paard en wagen (14 uur); Reünie oud-Oostknollendammers & Rad van Fortuin (loten op de kermis,16 uur); Nova Vita-spellen en vlotbruggen (vanaf 16 uur).

Maandag 22 augustus. Kinderzwembad (14 uur); Vrouwenmiddag (16 u.-18 u.); Bar Dorpshuis open (16 u.); Kussengevecht boven water (19 u.); Band That’s for U! In Dorpshuis (20 u.-01.00 u.).

Vriend G. en ik fietsen op een warme kermisavond in augustus – ergens halverwege de jaren zeventig – van café Matje in Wormer naar de kermis in Oostknollendam. In het Dorpshuis dronken we ‘een paar potjes’ en keerden na middernacht Wormer-waarts. Beneden aan de dijk was toen nog geen fietspad zodat je bovenlangs over de dijk moest. Ter hoogte van het ‘wiel’ (de buiging in de dijk) raakten onze sturen elkaar en gingen we tegen het asfalt. De schade viel mee, we krabbelden overeind en fietsten door. Na een tijdje was ik G. kwijt. ‘Zeker vooruit gereden’ dacht ik. De volgende dag vroeg ik waar hij gebleven was. “Na een stukje fietsen was ik alweer in Knollendam! Ik heb toen nog maar een biertje genomen.” (Piet Bakker)