Plichtmatig worstelde ik me in 2012 door het boek van Erik Schaap. Het geeft een gedegen beeld van de geschiedenis van Walraven van Hall, zijn broer Gijs en de mensen om hen heen, maar tegen beter weten in bleef ik hopen op een goed eind.

Walraven mocht niet dood.

Door Merel Kan

Voor Monumenten Spreken doken wij erin, en hoewel duidelijk werd dat het grote helden waren, snapte ik de grote wisseltruc nooit echt. Het had onder meer te maken met vernuftig uitgedachte bankhandelingen (verwisseling van zogenaamde ‘promessen’) waardoor er geld vrijkwam om verzet te financieren.

Naar de zojuist uitgekomen film durf ik niet te gaan. Niet alleen door de vernietigende recensie van Harm Botje (‘… een historische kermis van bedenkelijk allooi.’), maar ook omdat ik een beeld in mijn hoofd heb dat ik nooit wil verliezen.

Marthe

Het witte pand aan de Westzijde 24 in Zaandam, waar ooit de Schoenenreus zat, valt op door zijn afgebladderde staat. Toen de oorlog uitbrak, woonde daar de mooie notarisdochter Marthe van Holk. Ze was zestien en de familie van Hall (van nummer 42) kwam bij haar ouders over de vloer.

Natuurlijk zag het huis er in die tijd heel anders uit. Maar, als je in de Westzijde aan de overkant gaat staan, met je rug naar Perry Sport, je knijpt je ogen samen en kijkt door je oogharen, dan zou je met wat fantasie kunnen zien dat het ooit mooi was. Het erf liep helemaal door tot aan de Zaan. Daar zit nu de parkeerplaats van Westend Snooker. In de serre aan de Zaan danste Marthe met Walraven.

UPDATE: Marthe Ferf – Van Holk overleed op 22 augustus 2018 in Oldeberkoop (Friesland).

Marthe Ferf-Van Holk. Foto: Anjo Kan voor Monumenten Spreken

Peek

Zes jaar geleden had ik een afspraak met Peek Ferf, de man van Marthe van Holk. In 1939 kwam hij aan het hoofd te staan van het gortbedrijf van de broers Laan. Daar kwam later Lassie uit voort.

Peek had ik ontmoet bij de Rotary. Ik was lid. Hij ook, maar dan van de Past Rotarian: dat zijn de oud-leden die nog samenkomen. In De Prins in Westzaan mocht ik een presentatie houden over Monumenten Spreken. En we zochten naar informatie.
Een chique man op leeftijd zat al in de vierkante achterkamer toen ik binnenkwam. Hij knikte.
Mijn beamer en laptop sleepte ik achter me aan in een AH-shopper, m’n gloednieuwe hakken waren te hoog, ik was aan de late kant en had moeite om de boel aan de praat te krijgen.
‘Ahum’, hoorde ik achter me, en zelfs dat klonk chique, ‘bent u de dame van ons vermaak?’
Dat klonk dan weer goedkoop, ondanks het dure toontje.
Ik had hen nodig voor iets dat zo belangrijk was dat het uit mijn (beknelde) tenen kwam, maar ik vond dat het respect van twee kanten moest komen.
‘Als de Tweede Wereldoorlog voor u vermaak was, dan wel,’ beet ik hem toe.
Een foutere opmerking had ik niet kunnen maken.
Dat wat ‘uit mijn tenen kwam’, was wat ik nooit ervaren had en naar me toetrok. Deze man had de oorlog doorleefd, en hij had het zijn leven lang van zich weggeduwd.

Peek Ferf. Foto: Anjo Kan voor Monumenten Spreken

Gelukkig kwamen er meer leden binnen, allen van de leeftijd dat ze herinneringen aan de oorlog hadden, en ondanks mijn geklungel met de techniek kwam de vraag om hulp over. Ik kon namen en gebeurtenissen noemen die bekend waren, en ook vragen stellen waarvan de aanwezige mannen wisten, dat er niemand meer in leven was, die het antwoord kon geven. Niemand buiten hen.
Peek Ferf wilde niet praten over wat er in de oorlog was gebeurd, en al zeker niet voor de camera. Maar hij wist dat hij moest. Niet omdat ik zo’n overtuigingskracht had, maar hij voelde het als verplichting aan wat later als geschiedenis en waarheid zou worden gezien.

Een paar weken later bezocht ik hem in zijn huis in Bergen. Erik Schaap vergezelde me omdat we samen de research zouden doen voor de minidocumentaire over de moord op garagehouder Piet Zwart uit Wormerveer.

Peek zat in zijn leunstoel en van zijn aanvankelijke tegenzin om te praten was niets meer te bekennen. Onze komst had ervoor gezorgd dat hij slecht sliep de nacht ervoor. Hij had in zijn hoofd de geschiedenis geordend en verwoordde die mooi en gestructureerd.
Marthe scharrelde in de keuken om ons van koekjes en koffie te voorzien. Wie de naam van Walraven noemde, weet ik niet meer. Maar Marthe sloeg erop aan en kwam erbij.

Tango

‘Walraven,’ zei ze, ‘een hele charmante man!’
‘Marthe…’, in de toon van Peek klonk een waarschuwing door, maar Marthe leek hem niet te horen.
‘Zo’n aardige man…’
‘Ahum.’, kikkerde Peek, ‘Hij had ook een hele lieve vrouw.’
Even drong hij tot haar door: ‘Zeker! Het was een fijn stel mensen. Zijn laatste woorden waren voor haar: ‘Ik denk aan je Tilly.’
‘Maar, daar komt ons bezoek helemaal niet voor!’
‘Jawel!’ reageerden Erik en ik in koor.

Peek gaf zich gewonnen, leunde achterover en keek opzij. Met zijn slechtziende ogen tuurde hij door het raam het park achter hun huis in.
Marthe’s ogen droomden een andere kant op: naar de Zaankamer van het huis aan de Westzijde 24.

Google streetview 2009
Gemeentearchief Zaanstad rond 1940

Ze vertelde van de lange gang van tweeëndertig meter die toegang gaf tot de flinke kamer die als goedjaarsend achterop het erf was aangebouwd. Meestal aten ze daar, de keuken zat eraan vast. Er lag een vlot langs, waar ze weleens op zat om over de Zaan te kijken.

Het verzet kwam er samen omdat het er relatief veilig was. Bij een notaris was het tenslotte normaal dat er volk over de vloer kwam, door die lange gang hoorde je iedereen aankomen en via de achteruitgang aan de rivier kon je goed wegkomen. Marthe kreeg weinig mee van wat dat verzet eigenlijk deed: ‘Er werd mij niks over verteld.’ Ook heeft ze geen bijzondere herinneringen aan de aanwezigheid van Van Hall bij die vergaderingen.

Ze weet van het verjaardagsfeestje dat haar ouders gaven. ‘Er was muziek en er werd gedanst. Er werd een tango ingezet, een vrij nieuwe dans in Nederland en Walraven wilde hem dansen. De dames waagden zich er niet aan. Ik was jonger, ik vond het leuk. Dus danste ik. Het was geweldig. Ik danste de tango met Wally…’
‘Wally…’ herhaalt Peek.
‘Vreselijk dat hij het niet overleefd heeft,’ zucht Marthe, ‘Walraven mocht niet dood.’

Voor wie de film ‘Bankier van het verzet’ wel wil bekijken: hij draait deze maand nog tot en met de 24e in De Fabriek.