Voor Hella de Jonge, die vanmiddag de derde Zaanse Holocaust Memorial Day-lezing gaf, was deze dag in meer dan één opzicht bijzonder. Vrijdag overleed haar vader, tekstschrijver Eli Asser, op 96-jarige leeftijd.

Hella koos ervoor om toch de lezing toch te geven – de relatie met haar vader was immers getekend door de oorlog.

Burgemeester Jan Hamming besteedde in zijn verhaal veel aandacht aan het lot van de joden in de Zaanstreek tijdens de oorlog en de rol van het verzet. Twee talentvolle leerlingen van Fluxus, Jasper Rijken en Pim Wouters speelden trompet, Freek de Jonge zong een lied over verzetsman Jan Koopmans, en er werd een film van Monumenten Spreken getoond.

Hier de geluidsopname van de toespraak van burgemeester Hamming (met dank aan de Bullekerk) De tekst staat onderaan het artikel):

foto: Jan Lapère

Jasper en Pim:

foto: Jan Lapère

foto: Jan Lapère
foto: Jan Lapère

Hieronder de lezing van burgemeester Hamming:

Een op de twee Joden in Nederland durft niet te laten zien dat ze een Joodse achtergrond hebben.
Laat dat even tot u doordringen: Een op de twee mensen met een Joodse achtergrond voelt zich niet vrij om in Nederland openlijk Joods te zijn.

Dat bleek onlangs uit een onderzoek van 1Vandaag in samenwerking met het Centraal Joods Overleg en JMW Joodswelzijn.

Van de ondervraagden past 43 procent zijn of haar uiterlijk of kleding soms aan om te voorkomen dat ze als jood herkend worden. Ze dragen dan bijvoorbeeld een pet over hun keppeltje. Uit angst voor antisemitische opmerkingen, intimidatie of erger.

Daar schrik ik van. De sentimenten die leidden tot de grootste misdaad uit de 20e eeuw bestaan nog steeds. En worden steeds openlijker geuit. Alleen al daarom is een bijeenkomst als vandaag zo belangrijk. Alleen al daarom is Holocaust Memorial Day zo belangrijk. Niet alleen om te herdenken, maar juist ook om te waarschuwen, om ons bij de les te houden. Dat wat ooit is gebeurd, opnieuw kan gebeuren.

‘Geef de duivel geen kans’, zou dominee Jan Eikema zeggen.

Eikema, de dominee die zich tijdens de oorlog vanaf de kansel in deze Bullekerk onomwonden uitspreekt tegen de vervolging van de joden. Die in zijn preken keer op keer herhaalt dat in Nederland, altijd een bolwerk van vrijheid en verdraagzaamheid, iets gebeurt dat barbaars is.

‘Hoeveel moois is er al niet kapot gemaakt, hoeveel leed is er al niet uitgestort over arme medeburgers die niet minder zijn dan wij, maar die nu eenmaal joods bloed in hun aderen hebben’, spreekt hij zijn gehoor toe.
En hij roept op tot verzet, ondanks de mogelijke represailles van de bezetter: ‘Wij moeten strijden tegen de zonde die ons van alle kanten belaagt. Tegen het kwaad in en om ons. Tegen schijnheiligheid en huichelarij. Tegen haat en wrok. Wij moeten strijden voor waarheid, gerechtigheid en liefde, voor vrijheid en verdraagzaamheid.’

En dat was precies wat Eikema deed. Hij voegde de daad bij het woord en sloot zich aan bij het verzet door berichten tussen Engeland en het verzet hier te coderen en te decoderen. En hier aan de Westzijde was hij in goed gezelschap. Van verzetshelden als Wallraven van Hall, Willem Brinkman, Jan Hendrik op den Velde, Klaas Pos, August Sabel.

De woorden en het verzet van Eikema hebben niet kunnen voorkomen dat Zaandam de eerste gemeente in Nederland was die ‘Judenfrei’ is gemaakt. Ze hebben niet kunnen voorkomen dat 171 Joodse Zaankanters niet terugkeerden uit de vernietigingskampen. Die pijn blijft voor altijd zichtbaar op de Joodse begraafplaats aan de Westzanerdijk.

Maar de woorden en het verzet van Eikema vormen wat mij betreft nog steeds een bron van inspiratie, een bewijs van echt leiderschap.

Eikema toonde leiderschap door zijn gehoor, zijn gemeente, duidelijk een richting te wijzen. Door stelling te nemen tegen het kwaad, door te pleiten voor het goede, voor een wereld die van iedereen is, voor een wereld waar vertrouwen en liefde heerst in plaats van wantrouwen en haat. En door niet alleen stelling te nemen, maar ook te handelen en in verzet te komen en anderen oproepen dat ook te doen.

Het leiderschap van de dominee is daarmee een aansporing voor de leiders van nu, en zeker ook voor mijzelf.
Inspiratie die we in deze tijd hard nodig hebben.

Niemand zal ontkennen dat het soms onzekere tijden zijn, dat globalisering, migratie en andere ontwikkelingen in de wereld om ons heen bepaalde zekerheden kunnen aantasten.  Het is goed dat er oog en oor is voor zorgen en onvrede. Sterker nog: van leiders, van politici en bestuurders, maar ook van leiders op andere belangrijke plekken in de maatschappij, mag verwacht worden dat ze daar oog en oor voor hebben. En problemen niet ontkennen.

Maar van leiders mag ook verwacht worden dat ze vervolgens op zoek gaan naar oplossingen.
Oplossingen die passen binnen onze democratische rechtstaat, een rechtstaat waar velen hun leven voor hebben gegeven. Meegaan in onderbuikgevoelens door ‘de ander’ aan te wijzen als de schuldige, door ‘de ander’ tot zondebok te maken, door ‘de ander’ buiten te sluiten, is geen oplossing. Meegaan in het vergroten van tegenstellingen, meegaan in het gevoel van ‘wij’ en ‘zij’ is geen teken van leiderschap, maar van een gebrek aan ruggegraat. Een gebrek aan besef wat een vrije democratische samenleving betekent.

Wat deze samenleving nodig heeft zijn leiders die problemen niet ontkennen en hun best doen om ze om te lossen, maar ook leiders die een duidelijke grens trekken. Een grens tegen haat, tegen het opzetten van de ene groep tegen de ander.

Leiders die op zoek gaan naar het overbruggen van verschillen in plaats van het vergroten daarvan. Leiders die de dialoog aangaan in plaats van vanuit schuttersputjes bommetjes te werpen. Leiders die hun achterban durven aan te spreken wanneer die over die grens heen gaat.

Want het kan niet zo zijn dat joodse mensen in Nederland hun achtergrond moeten verstoppen uit angst voor discriminerende opmerkingen en geweld.

Het kan niet zo zijn dat lhbt’ers hun geaardheid moeten verbergen uit angst voor afkeuring en klappen. Het kan niet zo zijn dat vrouwen met een hoofddoekje bang moeten zijn om bespuugd te worden in de tram. Het kan niet zo zijn dat vluchtelingen of migranten die hier een bestaan proberen op te bouwen worden behandeld als tweederangsburgers.

Daarom is Holocaust Memorial Day zo belangrijk. Om niet te vergeten waar onverdraagzaamheid, uitsluiting, discriminatie, haat en geweld toe kunnen leiden. Om ons een spiegel voor te houden en om ons in te prenten: Dat we moeten staan voor een samenleving waar iedereen in alle vrijheid zichzelf kan zijn, zonder angst. Dat we moeten staan voor een samenleving waarin de duivel geen kans heeft.

Dank u wel.

Over HMD Zaanstreek

De organisatie van Holocaust Memorial Day Zaanstreek is in handen van De Maatschappij Zaanstreek Waterland. Het komt voort uit Stichting Monumenten Spreken, die de handen ineensloeg met De Maatschappij, en daarbij het 4 en 5 mei comité van Zaanstad, Fluxus en de gemeente. Monumenten Spreken is inmiddels opgeheven (omdat de doelstelling: de verhalen van 28 oorlogsmonumenten belichten en ontsluiten is behaald), maar De Maatschappij heeft zich voorgenomen om elke twee jaar invulling te geven aan deze herdenking. Dit vanuit de visie dat het maatschappelijk belang gediend wordt als er geleerd kan worden van het verleden.

(Hamming maakte voor zijn lezing gebruik van het portret dat Erik Schaap over Jan Eikema schreef.)