“Hard werken, innoveren, geen geouwehoer en recht voor z’n raap. En dat onder Hollandse luchten.” Zo karakteriseert Jan Hovers, directeur van het Zaans Museum, de Zaankanter voor de toekomstige burgemeester (m/v) van Zaanstad.

Hij neemt deze aflevering van ‘Geachte toekomstige burgemeester’ voor zijn rekening.

Beste/lieve nieuwe burgemeester (m/v),

Welkom in Zaanstad. Een prachtige verzameling plaatsen; acht steden/dorpen voor de prijs van één. Voor een beetje burgemeester de perfecte uitdaging. En dan wordt u ook nog eens burgervader/moeder van alle Zaankanters. Het woord zegt het al: kleurrijke mensen die zich door de eeuwen heen langs de Zaan vestigden. Een rivier die er wezen mag, die eeuwenlang door een exotisch landschap kronkelde waar de molens het beeld bepaalden. Niet voor niets dat kunstenaars van heinde en ver hier dat waanzinnige beeld van die kleurrijke molenwieken die de zware Hollandse luchten doorkliefden, kwamen vastleggen (ik noem een Claude Monet, die hier maar liefst vijfentwintig schilderijen maakte – heeft u vast weleens van gehoord).

Terug naar die Zaankanters, die aan weerszijde van de Zaan elkaar niet konden luchten en de fraaiste bijnamen voor elkaar bedachten (Gortbuike, Doppenhokkers, Koekvreters, Stijfselkneters, Kroosduikers, Gladoren, Krentekakkers en Galgenzagers). Ik bedoel maar, hoe pittoresk wil je het hebben. Daar kon de nieuwbakken burgemeester van Juinen, met zijn wethouder Hekking, nog een puntje aan zuigen. Dat wil overigens niet zeggen dat het een verdeeld zootje is; naar buiten toe spreken ze met één stem! Een stem die daadkracht uitstraalt.

Goed, ze mogen dan niet zo snel hun enthousiasme tonen (want haal het niet in je kop om die boven het maaiveld te steken) of een compliment uit delen; ze zijn apetrots op hun rivier, hun Gedempte Gracht, hun Margriet Eshuis, hun molens en Zaans groen, hun Inntel Hotel, Czaar Peterhuisje en hun autonome positie ten opzichte van grote buur Amsterdam. Ze hebben altijd een goede stuiver aan die Amsterdammers kunnen verdienen, dus hebben ze geen enkele last van een Calimero-gevoel. Ben je gek! Als Amsterdam overstroomt van de toeristen dan mogen ze zeker in de Zaanstreek komen buurten (en een stuiver of wat uitgeven), op zoek naar het archetypische Old Holland, dat per slot van rekening uitgevonden is in deze regio: Hard werken, innoveren, geen geouwehoer en recht voor z’n raap.

En dat onder Hollandse luchten boven uitgestrekt laagland met die verdomd mooie molens tegen de einder geplakt. Zelfbewust zijn ze ook, met hun ontelbare historische verenigingen en hun Zaans Museum. En onder die grote bek schuilt vaak een klein hartje, hoor. Dus lieve/beste burgemeester, wat let je? Pak je biezen en kom als de wiedeweerga deze kant op. Deal? Deal!

Met vriendelijke groet,

Jan Hovers
directeur Zaans Museum

Een bijdrage van Jaap de Jong.

Ps. het is bijna op de kop af 2 jaar geleden dat we Jan’s komst naar de Zaanstreek van de daken schreeuwden.