‘Het vuur van wat was, werd as.’

Het is de mooiste zin die ik ken. Ik had hem graag bewaard voor mijn eigen crematie, maar hier lijkt hij beter op zijn plek.

Afgelopen week ging ik met mijn moeder naar de uitdragerij van Gideon Italiaander in Aalsmeer. Op Facebook hadden we gezien dat de schilderijen van Lappen Klaas daar lagen. Te koop. Dat konden we niet negeren. Mijn moeder is een geboren Westzaner. Ik een geboren dromer.

Vijf werken kocht ik. Tien euro per stuk. Mijn moeder nam er ook één mee – uit piëteit, vermoed ik.

Mijn man wil ze niet in huis.

‘Te veel vrouw, te veel naakt, te veel glas, te veel troep en Klaas. Misschien kun je ze allemaal kwijt aan de muren van de Orkaan-redactie.’

Ook mijn vader schudde zijn hoofd. Die van mijn moeder gaf hij het liefst direct mee aan mij.

Maar wat een vondst. En wat een verlies.

Lappen Klaas. Geboren in 1930, in Westzaan. Marktkoopman van beroep, kunstenaar van roeping, excentriekeling van nature. Bekend werd hij door zijn beeldentuin. Een bont parkje van gerecycled glas, metaal, fantasie en lef. Geen gecureerde expositie. Geen strak plan. Geen vergaderingen. Een hof. Een plek om te verdwalen.

Met zijn blote handen bouwde hij werelden. Geen borders, geen hagen, geen grindpad. Geen regels. Geen concessies. Alleen Klaas. En een fles. Of duizend. En dromen, die hij niet sprak maar bouwde, dronk, schroefde, lijmde, schiep.

De Catalaanse architect Antoni Gaudí (Sagrada Família) wordt beschouwd als een grondlegger van de organische architectuur. Maar Gaudí had geld, een bisschop, een stad en een team. Klaas had zichzelf.

Hij maakte iets dat groter was dan hijzelf. En groter dan wij. 

Naar zijn erf durf ik niet meer. De laatste keer dat ik ging, in 2022, stond ik voor een ruïne van herinnering:

Wat rest, staat nu op een kar. Tussen klokhuisraspen, afgedankte kaasfonduesets, kattenbeeldjes, spaarpotten en stoffige Libelle-bundels uit 1978. Kunst met een kortingssticker. Alsof het niks was.

Terwijl het alles was, maar we vergaten hem of zagen het niet.

Klaas begreep iets wat wij zijn kwijtgeraakt: de waarde van het overbodige. Kunst die niet hoeft te verkopen, niet hoeft te passen, niet hoeft te pleasen. Ongevraagd. Ongemakkelijk. Onaangepast. Volledig onafhankelijk. En juist daarom van wereldklasse.

Hoe kan het gebeuren dat Klaas verdwijnt – en wij ons er niet eens schuldig over voelen? En misschien nóg fundamenteler: wie bepaalt wat kunst is? En waarom geloven wij diegene?

Door Merel Kan.