In Zaanstad brachten koopwoningen in 2020 gemiddeld 3,7 procent meer op dan de vraagprijs. In Wormerland werd 3,1 procent boven de vraagprijs verkocht en in Oostzaan was het verschil 1,7 procent.

In 2015 werd in Nederland nog maar 7 procent van de woningen boven de vraagprijs verkocht, in 2020 gaat het om 50 procent (12 procent wordt voor de vraagprijs verkocht, 38 procent brengt minder op).

Dat blijkt uit recente gegevens van het CBS die de samen met het Kadaster onderzoek deed in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Overbieden kwam in 2017 nog alleen voor in Amsterdam / Amstelveen en enkele grote steden (Utrecht, Groningen, Almere, Haarlem). In 2020 wordt in twee derde van de Nederlandse gemeenten waarover gegevens bekend zijn overboden. Koplopers in 2020 zijn Amsterdam (5,3 procent), Groningen (5,7 procent), Almere (7 procent), Utrecht (6,7 procent) en Haarlem (6,3 procent). In bijna vijftig gemeenten werd gemiddeld meer dan twee procent overboden.

Woningen worden steeds sneller verkocht. Begin 2015 stond een woning gemiddeld tien maanden te koop en sindsdien werd de gemiddelde aanbodtijd steeds korter, tot ruim twee maanden in 2020 aldus het CBS.

Het volledige onderzoek is te vinden op de site van het Kadaster.