Jaren geleden, in een ander leven en een ander tijdperk, raakte ik aan de bar in een ver land in gesprek met een Duitse onderzoeker die jaren voor McKinsey had gewerkt. Dat leek me wel wat: peperdure rapporten voor klanten schrijven die te beroerd waren om zelf iets te bedenken of te laf om een onaangename boodschap aan hun personeel over te brengen.

Dat zag ik verkeerd. Dat deden ze vaak niet. Althans, die rapporten waren wel peperduur. Maar met bedenken van plannen hielden ze zich lang niet altijd bezig. Toverspreuk bij de consultants was ‘The Real Option of Doing Nothing’. Niets doen als reële optie.

Hoe werkte dat? 

Organisaties en overheden willen altijd alles anders, maar ‘anders’ is niet altijd beter. Soms – vaak eigenlijk – is ‘anders’ vooral duur en ingewikkeld en is de kans op mislukken groot. De ‘McKinsey’s’ probeerden altijd vast te stellen of de optie van niks doen eigenlijk niet meer voor de hand lag. En vaak was dat ook zo. Dat advies werd dan natuurlijk wel verpakt in een peperduur rapport en heette in de praktijk nooit ‘Do Nothing’. Maar dat was eigenlijk wel vaak de boodschap. 

Ik dacht aan die optie toen ik afgelopen week langs de Belt in Westerwatering fietste. Een echte berg in Zaandam, eenzaam oprijzend in een woonwijk. Waarom zou die Belt beter worden van klimrekken, voetbalkooien, basketbalborden, volleybalnetten, molenstenen, picknickplekken, amphitheaters, jeu de boules-banen, gevlekte varkens, uitkijktorens en molenkappen?

Eigenlijk is de Belt mooi zat zo. Je kan er komen en uitkijken. Niks meer aan doen.

klik op de foto voor lekker grote versie

Door Piet Bakker.