De natuurvergunning die de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord aan Olam wil geven, is gebaseerd op een vergelijking met de cijfers van Olam uit 1994.

Volgens de SP-fractie in de Provinciale Staten van Noord-Holland zou het minstens zo logisch zijn om te vergelijken met een ander jaar, bijvoorbeeld de situatie in 2017.

Olam heeft nooit een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming gehad, ofschoon dat vanaf 1998 noodzakelijk was. Pas dit jaar heeft Olam een vergunning aangevraagd: voor het hele bedrijf en voor een nieuwe biomassacentrale.

Welk ‘referentiejaar’ gekozen wordt, maakt veel verschil. Bij vergelijking met 1994, het jaar van de laatste Hinderwet-vergunning, is “sprake van minder emissie van NH3 en meer emissie van NOx” aldus de SP, en:

“Maar de toegestane emissie van NH3 komt in de te verlenen natuurvergunning hoger uit dan de situatie van 2017, t.w. ruim 23.000 kg ammoniak. Dit betekent dat Olam in de komende jaren meer ammoniak kan uitstoten dan in 2017.”

Het verbaast de SP dat 1994 is vergelijking is gekozen, in het besluit van de Omgevingsdienst staat:

“Doordat de emissietoename van NOx en de emissieafname van NO3 nergens leiden tot een toename van de bijbehorende depositie, zijn negatieve effecten (zowel op Natura 2000- gebied Ilperveld, Varkensland, Oostzanerveld & Twiske als op alle andere Natura 2000- gebieden) als gevolg van stikstofdepositie uit te sluiten.”

De SP vraagt hoe de berekening en de vergunning eruit zouden hebben gezien als 2017 referentiejaar zou zijn gekozen. Volgens de partij worden “de gemiddelde kritische depositiewaarden voor stikstof in de Natura 2000- gebieden rond Zaanstad met 25% tot 50% overschreden”

“Wordt dat met het verlenen van de Natuurwetvergunning aan Olam minder of meer?”

De vragen worden vanmiddag (23 november) gesteld.