De politieke schokgolf die Zaanstad afgelopen woensdag trof, werkt stevig door in het stadhuis. Na het onverwachte en onmiddellijke vertrek van wethouders René Tuijn (PvdA) en Wessel Breunesse (GroenLinks) heeft het college van B&W de verdeling van taken en externe rollen opnieuw moeten inrichten.
De herverdeling brengt flinke verschuivingen met zich mee, omdat beide bestuurders de verantwoording hadden voor belangrijke dossiers.
Het vertrek van Tuijn en Breunesse volgde op maandenlange spanningen binnen hun gezamenlijke fractie en de partijbesturen van GroenLinks en PvdA. De directe aanleiding was de keuze voor Eylem Köseoglu als lijsttrekker voor de verkiezingen van 18 maart 2026. Hoewel beide wethouders eerder hadden gemeld voor een nieuwe termijn niet beschikbaar te zijn, gaven ze aan dat ze met die keuze voor de toekomst niet konden leven.
Met het wegvallen van twee wethouders (en vier raadsleden) belandde Zaanstad in een bestuurlijke situatie die ongekend is. De coalitie verloor haar meerderheid en het college moet met vier wethouders een aanzienlijk groter takenpakket dragen. Om te voorkomen dat lopende projecten en verplichtingen richting regio en rijk stilvallen, hebben de overgebleven bestuurders hun werkpakketten uitgebreid. Belangrijke opgaven, zoals de gebiedsontwikkelingen binnen MAAK.Zaanstad, de energietransitie, het sociaal domein en regionale afspraken over ruimte en klimaat, wachten niet tot de verkiezingen van het voorjaar.
De overdracht van de portefeuilles betekent dat alle vier de zittende wethouders meerdere taken van Tuijn en Breunesse hebben overgenomen.
Wethouder Stephanie Onclin
Wethouder Stephanie Onclin breidt haar portefeuille uit met grondzaken, vastgoed, openbare ruimte en kunst en cultuur. Zij vertegenwoordigt Zaanstad voortaan in het overleg over ruimtelijke adaptatie en kunst en cultuur binnen de Metropoolregio. Ook neemt zij de NZKG-rol van Tuijn over, een belangrijk dossier binnen het Noordzeekanaalgebied.
Wethouder Natasja Groothuismink
Bij wethouder Natasja Groothuismink komen de dossiers duurzaamheid, armoede, schuldhulpverlening en klimaatadaptatie te liggen. Ook wordt zij wijkwethouder voor Wormerveer en West-Knollendam. Daarnaast neemt zij het grootste deel van de energie- en infrastructuurrollen van Tuijn over, waaronder de RES Noord-Holland Zuid, de PHO’s Duurzaamheid en Sociaal, en de provinciale taskforce voor elektriciteitsnetwerken.
Wethouder Gerard Slegers
Wethouder Gerard Slegers krijgt natuur, landschap, recreatie en milieu onder zijn hoede. Ook het dossier Zaanse Schans verhuist naar zijn portefeuille. In de regionale samenwerking neemt Slegers vrijwel alle posities over die eerder aan Breunesse waren gekoppeld, van de Bestuurlijke Regiegroep Schiphol tot de tafels over stikstof, landschap en landelijk gebied.
Wethouder Harrie van der Laan
Wethouder Harrie van der Laan neemt de regie over de ruimtelijke ontwikkeling op zich, inclusief alle MAAK-gebieden, en wordt wijkwethouder voor Zaandam West en de Oude Haven. Ook vertegenwoordigt hij Zaanstad in nieuwe regionale overleggen, onder meer rond houtbouw en ruimtelijke ontwikkeling.
Op één punt ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeenteraad zelf: de recreatieschappen Twiske-Waterland en Alkmaarder- en Uitgeestermeer. Omdat vertegenwoordigers in deze gemeenschappelijke regelingen door de raad worden aangewezen, moet daar eerst een formeel besluit worden genomen voordat nieuwe leden kunnen worden voorgedragen. Het voorzitterschap van Breunesse vervalt automatisch; het Algemeen Bestuur van de recreatieschappen zal een nieuw dagelijks bestuur moeten samenstellen.
Met de nieuwe indeling probeert het college iets van bestuurlijke stabiliteit brengen in een periode waarin de politieke verhoudingen op scherp staan. Of dit voldoende rust brengt tot de verkiezingen, zal de komende tijd moeten blijken.
Door: Merel Kan op basis van de raadsinformatiebrief van Zaanstad en het Orkaan-acrief.
Eigenlijk is het nogal wel zo tamelijk buitengemeen zeer kwalijk dat wethouders vertrekken omdat het ze niet zint wat binnen hun eigen partij speelt. En dat ze doorbetaald krijgen. En dat hun collega’s voor extra werk opdraaien.
En ook kwalijk dat raadsleden hun werk neerleggen terwijl ze zijn gekozen om hun verkiezingsprogramma en hun wethouders te verdedigen.
Welk signaal gaat hiervan uit?
Moeten we dan maar allemaal als onwillige kleuters op de grond gaan liggen spartelen?