Ik ben geen voetbalkenner, ik kijk alleen uit vaderlandsliefde. Zoals vorig jaar op een camping, toen we te midden van een overmacht aan Deense chauvinisten, in een kleine televisiezaal, onze dames aanmoedigden.

Toen de heren nog naar het goud reikten, bejubelden we onze jongens op een camping in Italië, waar de recreatiemedewerkers zich diplomatiek meebewogen met de overwinningskansen van hun gasten. Toen Argentinië de beste kanshebber bleek, was de Eurosolidariteit opeens verdwenen, en bekende iedereen kleur. ‘Latino’s onder elkaar,’ verklaarde een serveersters, die de dag tevoren nog een oranje T-shirt droeg, besmuikt.

Door Anneke van Dok

In mijn Zaanse jeugd was je of voor ZFC of voor Zilvermeeuwen of voor ZVV, daartussen was geen compromis of huwelijk mogelijk. Ikzelf was voor geen van drieën, want de bestuurstaak van mijn vader voor de laatstgenoemde club leverde mij vervelende klusjes op: helpen in de kantine op het Verkadeterrein en koffie schenken op vergaderavonden. Uiteraard was de rest van de familie wel met hart en ziel aan ZVV verbonden.

Als ik nu na afloop van een eredivisiewedstrijd de commentaren beluister, valt mij op dat je een hbo-opleiding nodig hebt om de uitslag te analyseren, te duiden en om te buigen naar een traumatische ervaring voor jongens met veel talent. Ja, ze waren allemaal fit en scherp, daar lag het niet aan. En aan hun salaris kon het ook niet hebben gelegen. Maar de ploeg was erg aangeslagen door pech en gemiste kansen.

Ik heb de vooropleiding tot sportanalist helaas gemist, dus redeneer ik nog op een naïeve manier: je wint, je verliest, of je speelt gelijk. Dat is de essentie van het spelletje. En wie daar driftig of zelfs gewelddadig van wordt, zou er goed aan doen naar een biljartwedstrijd te gaan kijken.

Ik denk nog vaak terug aan de Ajax-risicowedstrijden, die in De Meer, op de grens van Diemen, werden gespeeld. Als burgemeester was ik verantwoordelijk voor een veilig transport. De gastsupporters moesten na afloop onder begeleiding van paarden, honden en ME naar het treinstation in mijn gemeente worden gebracht om te voorkomen dat ze na een verlieswedstrijd de boel vernielden, of hen te beschermen tegen de verliezers, wanneer hun club van Ajax had gewonnen. De grootste verliezers waren echter de omwonenden van de supportersroute, want die zagen hun voortuinen vernield. Ik hoorde ze echter nooit klagen.

Het is maar een spelletje, maar de wereld staat stil als je cluppie verliest. Dan hang je de coach het liefst aan de hoogste boom of verniel je een monumentale vijver of de binnenkant van een trein. En dat vindt iedereen heel begrijpelijk.

Foto (gemeentearchief): Voetbalvereniging Z.V.V. (1902): staande v.l.n.r.: C.A. Amons, H. Cleyndert, Cl. van Orden, P. Onnen, Th. van Marle, M. de Wit. Knielend: A. Kamphuys, J.C. Hoogland. Zittend: J.C. Buijs, C.A.W. Pauw, W. Wildschut, W.J. Schoute.