In Amsterdam struikelde al een wethouder over de kapotte vuilverbrander AEB. Udo Kock (D66) wilde de afvalverwerker aan een commerciële partij kwijt maar zijn collega’s gaven de voorkeur aan HVC.

Dat bedrijf is in handen van 44 gemeenten en 6 waterschappen. Ook Zaanstad en Wormerland zijn aandeelhouder. En daarmee komt het dossier (en de risico’s) ook op het bordje van deze gemeenten. 

In 2014 publiceerde de Rekenkamer een rapport waarin de risico’s op een rijtje werden gezet.

De werkwijze van HVC werd “complex en moeilijk te doorgronden” genoemd waardoor gemeenten veel meer risico’s dan vroeger lopen.

“Zaanstad is risicodrager. Door de deelneming is Zaanstad gebonden aan de (ballotage) overeenkomst die voor alle aandeelhouders van HVC geldt. Dat brengt behoorlijke financiële risico´s met zich mee die ver uitstijgen boven de nominale waarde van het aandeel.”

Zaanstad is als aandeelhouder mede-verantwoordelijk voor eventuele verliezen en financiële tegenvallers van HVC.

En de overname van AEB zou best eens een risico kunnen zijn. In juni moesten plots 4 van de 6 afvalovens worden gesloten. Het afval dat nu niet verbrand kan worden wordt elders gestort of verbrand tegen extra kosten. De gemeente en banken zijn al met extra miljoenen bijgesprongen.

De afgereden Amsterdamse wethouder Kock schrijft in zijn ontslagbrief dat het ‘wanbeleid’ bij AEB tot een onverwachte ‘crisissituatie’ heeft geleid. Kock is voorstander van:

”een volledige privatisering van AEB (…) andere, publieke, opties zijn kostbaarder voor de gemeente en voor Amsterdammers, financieel risicovoller en bieden minder kans op een succesvolle doorstart van het bedrijf en continuering van de publieke diensten.

(…) ik kan geen verantwoordelijkheid dragen voor een besluit dat evident risicovol en onnodig kostbaar is voor Amsterdam en haar inwoners.”

Een andere oplossing (verkoop aan HVC) is uiteraard ook risicovol en mogelijk kostbaar voor de nieuwe eigenaar.

Foto: AEB