Treurig: de discussie over de `wapenvondst’ in de kastjes van scholieren.
De dieperliggende vraag, waarom het zover moest komen, blijft onbeantwoord.
Door Anneke van Dok
Twintig jaar geleden bezocht ik een Zaanse mbo- school in Zaandam, omdat Tweede Kamerleden werd gevraagd scholen in het land te ‘adopteren’. Het onderwerp veiligheid was een nijpende kwestie. Er werd toen al gesproken over bedreigingen van leerkrachten. Enige tijd daarna deden zich ernstige schietincidenten voor: op een school in het Duitse Erfurt, waar een jongen zeventien medescholieren doodschoot en op een Haagse scholengemeenschap, waar conrector Hans van Wieren stierf door een kogel, die werd afgevuurd door een leerling.
Als burgemeester bekommerde ik mijn om de veiligheid van scholieren, mede ingegeven door de ervaringen van mijn man Paul, die Nederlandse taal doceerde op een middelbare school. Het is niet verwonderlijk dat zich er incidenten voordeden, want een scholengemeenschap heeft vaak de omvang van een klein dorp waar het één en ander op straat gebeurt. Daarom heb ik het zeer betreurd dat de preventieve, voorlichtende rol van de politie uit scholen verdween, bijna in dezelfde periode dat het devies ‘De politie is je beste kameraad’ werd geschrapt.
Tijdens een discussiemiddag over veiligheid op school, bleek onveiligheid een fact of life voor de leerlingen te zijn. Kinderen van dertien vonden het doodgewoon, dat ze al hun spullen achter slot en grendel moesten bewaren, dat een videocamera je in de gaten hield en dat je fiets werd gejat door een medescholier. Over pestgedrag werd met geen woord gerept.
Op de vraag wat te doen, als je getuige was van een vechtpartij, werd met grote reserve gereageerd. Ik herinner me de uitgesproken argumenten: ik ga mijn vrienden niet verraden, misschien heeft degene die in elkaar geslagen werd, dat wel verdiend, iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen veiligheid en: laat de politie maar meer surveilleren, want ze komen niet als je belt.
De levendige handel in drugs rond de scholen deed me ertoe besluiten, om een vertegenwoordiger van het voortgezet onderwijs permanent uit te nodigen voor het periodieke driehoeksoverleg met de politie en de Officier van Justitie. Juist om te voorkomen, dat er akelige dingen gebeuren met hamers, tasers en messen.