Elke keer als ik een protestvlag zie hangen, denk ik terug aan wat het rood wit blauw betekende toen Nederland werd bevrijd. Mijn ouders vertelden daar op 4 mei altijd geëmotioneerd over. Na de stille tocht, wanneer we bij oma en oma op de Schubertstraat koffie dronken en napraatten over de ellende van de bezetting.

Door Anneke van Dok

Vóór de oorlog beschikten veel mensen niet over een vlag, dus werd er na de bevrijding heel wat creativiteit gevergd om er een samen te stellen.

Mijn moeder vertelde, dat ze de baan witte stof gauw had gevonden, daar werd een beddenlaken voor geofferd en rood dundoek was eveneens ruim voorradig in een sociaal-democratisch gezin. De helft daarvan werd geruild voor blauw, waar een buurvrouw ruimschoots over beschikte. 

Ik gun iedereen zijn protest, ook in het landelijke Westzaan, maar vlaggen op hun kop, doen me wat. 

Anderzijds: als ik van een fabrikant hoor, dat er veel omgekeerde vlaggen worden besteld, zie ik daar toch ook de humor weer van in.

Vooral zeer oude mensen hechten aan de eerbiediging van de Nederlandse vlag. Dat moest ik zelf als burgemeester ooit ervaren. Het was op Koninginnedag, toen ik net in mijn nieuwe gemeente benoemd was. Terwijl ik voor dag en dauw op mijn fiets langs de evenementen in wijken en dorpen karde, sprak de buurt er schande van dat er geen driekleur met wimpel aan de gevel van mijn woning wapperde. Dat kwam, doordat ik op mijn vorige standplaats een ambtswoning bewoonde 

Daar werd de vlag door de bode gehesen. In 1991 waren de winkels nog op feestdagen gesloten en ook op de vrijmarkt was geen enkele te vlag te koop. Pas aan het eind van de middag lukte het ons er een te bemachtigen en uit te steken. Geen beste beurt burgermoeder.

Mijn conclusie: Bedenk iets anders, want dit protest is als een vlag op een modderschuit.