Zo vlak voor de kerstdagen, onder een duister gesternte van oorlog en onenigheid, is het goed om jezelf te hernemen. Vooral als je met allerlei meningen, verdeeldheid over goed en kwaad, alsmede moeilijke vragen wordt geconfronteerd.

Door Anneke van Dok

Nog niet zo lang geleden kocht ik de Samenleesbijbel (NBG) van Corien Oranje en Wendelien van de Erve voor mijn kleindochters. Ik deed dat, omdat ik zelf zoveel had opgestoken en zoveel plezier had beleefd van het bijbelklasje en de catechisatie van de Doopsgezinde gemeente in Zaandam. Deze kennis leidde niet tot de kerkgang, maar bleef wel de spiegel en het klankbord in mijn verdere leven. Niet zozeer de zekerheid ervan, maar juist de tegenstrijdigheden brachten me tot nadenken. Het aardige is, dat mijn kleindochters ontvankelijk zijn voor het samenlezen, maar dat ze ook al enig basiskennis hebben. Waarschijnlijk opgedaan op school, want ook in het openbaar onderwijs wordt aandacht besteed aan diverse levensbeschouwelijke stromingen. Toen ik op de Wilhelminaschool in Zaandam zat, was godsdienst nog een verplicht vak, tenzij je ouders er bezwaar tegen maakten, dan mocht je tijdens die les iets anders gaan doen. Op het Zaanlands Lyceum was het niet anders. 

Tijdens de voorbereiding op mijn eerste gesprek met Madelief (6) en Josefien (8) trof ik in mijn boekenkast nog een ander boekje met de titel Geheimschrift (uitgeverij Mozaïek) van Willem van der Meiden, waarin hij veertig Bijbelteksten voor kinderen vertaalde in sleutelverhalen. Daarin stond ook een tekst naar Leviticus 19: 33 -34 met de volgende inhoud:

Wanneer er een vreemdeling in het land woont, dan mag je hem niet slecht behandelen. In tegendeel: je moet hem behandelen alsof hij een geboren Israëliet is en hem liefhebben zoals je jezelf liefhebt. Jullie weten immers hoe kwetsbaar zijn positie is, omdat je zelf als vreemdeling in Egypte hebt gewoond.”

Sommige teksten zijn zelfs met een kinderlijke vertaling, moeilijk te begrijpen in de hedendaagse werkelijkheid. Toch is een groot deel van onze cultuur er nog steeds op gebaseerd: in de muziek, in de schilderkunst en in de literatuur. Maar vooral ook in onze wetten en dan met name de Grondwet. Dat is geen vlugschrift, maar een weerslag van een lange beschaving en onze geschiedenis. In de geschriften van andere godsdiensten, vinden we ook waarden en normen terug, die niet altijd overeenstemmen met het gedrag van degenen die erin geloven.

Om onze cultuur te beschermen, moeten we kunnen vertrouwen op degenen die namens ons het gezag vormen over de onderwijzers van onze kinderen, de politie, de ambtenaren en de rechters. Daarom moeten journalisten hun controlerende taak extra streng en zorgvuldig opvatten, ook al worden sommige bestuurders of ambtenaren daar heel boos over. De beste manier om een democratie te bewaren, is openbaarheid. Dat een journalist een lelijk stukje over je gaat schrijven, wanneer je niet eerlijk bent, is de beste manier om een gezagsdrager op het recht pad te houden.

Het wordt een ernstige zaak, wanneer de pijlers onder onze beschaving, collectief als onbetrouwbaar worden getypeerd. Als dat gebeurt, is een land in grote nood.

Op dat soort momenten is het hoogst noodzakelijk om met elkaar te praten, desnoods met elkaar te twisten, maar wel altijd met respect voor de waarden die we met elkaar delen. Zo goed en zo kwaad als dat kan.

Door Anneke van Dok. Afbeelding boven: Moses leidt de joden na gevangenschap uit Egypte (toverlantaarnplaatje uit de jaren ’30).