‘Hoe een Zaanse familie een machtig schoonmaakimperium wist op te bouwen, en daarbij uitbuiting en intimidatie niet schuwt.’ Daarover gaat het grote verhaal van journalist Jan Tromp*, in de Volkskrant. Centraal staat de Turks-Nederlandse familie Y. uit Poelenburg.

De schoonmaakfirma van de familie stuurt elke dag zo’n driehonderd Bulgaren in busjes het land in om ramen te lappen, meestal op particuliere adressen. Door middel van bedreiging en zo nodig geweld worden hele wijken overgenomen van bona fide schoonmaakbedrijven. Het is een praktijk die in Zaanstad eindelijk tot maatregelen heeft geleid. Deze week maakte burgemeester Jan Hamming bekend het glazenwassen te gaan onderwerpen aan een vergunningstelsel. Ook in Zaanstad, volgens de Volkskrant ‘de hoofdstad van de glazenwasserij in Nederland’, zijn de Bulgaarse glazenwassers actief.


De moeizame strijd tegen de ongrijpbare glazenwassersmaffia (‘Hoe een Zaanse familie een machtig schoonmaakimperium wist op te bouwen, en daarbij uitbuiting en intimidatie niet schuwt’) door Jan Tromp is te vinden op de site van de Volkskrant (achter een ‘slotje’). De Orkaan schreef deze week twee keer eerder over de strijd tegen de malafide glazenwassers van Zaanstad:


Hamming, ‘een lange man met een melancholieke oogopslag’, komt uitgebreid aan het woord in de reportage van Jan Tromp. ‘Ik weet uit berichten van de arbeidsinspectie en de politie dat ze vaak intimiderend te werk gaan’, zegt de burgemeester over de Bulgaarse glazenwassers. ‘Dat ze desnoods met geweld andere glazenwassers uit hun wijk verdrijven. Wie tegenstribbelt, loopt de kans van zijn ladder geschopt te worden.’

‘Wij hebben de sterke indruk dat de Bulgaren uit Zaanstad afhankelijk zijn van Turkse bovenbazen in onze gemeente. De Bulgaren zijn in schijn zelfstandige glazenwassers, in werkelijkheid worden ze zwaar onderbetaald en strijkt de Turks-Nederlandse top van de organisatie miljoenen op. Het is al jaren aan de gang, het is moeilijk de vinger te leggen op de precieze gang van zaken, maar voor mij staat vast dat er een einde moet komen aan deze praktijken. Wij gaan het aanpakken.’

Tromp beschrijft hoe elke dag bij het ochtendgloren, tussen zes en half acht, een glazenwassersbrigade vertrekt vanaf winkelcentrum Gibraltar in de wijk Peldersveld. ‘De inzittenden slenteren naar de bakkerswinkel of naar het Turkse theehuis om proviand in te slaan. Tientallen bestelbusjes met ladders op het dak komen en gaan. Het is een wonderlijk gezicht, zo veel busjes, zo veel ladders. Op het parkeerterrein staan ook auto’s die een andere orde vertegenwoordigen, een goudkleurige Tesla, een matzwarte Mercedes AMG, een Audi SQ7. In de vroege avond keren de busjes terug uit het land. Achterin een van de winkels krijgen de Bulgaren dan hun dagloon uitbetaald.’

In het verhaal wordt de Zaandamse schoonmaakondernemer Wilco de Vries geciteerd. Hij kreeg, toen hij dertig jaar geleden onder de naam ‘Orion’ een eenmansbedrijfje had met het kantoor in Amsterdam van De Telegraaf als enige klus, al te maken met de familie Y. Toen hij door een ongeval tijdelijk was uitgeschakeld, namen twee Turks-Nederlandse broers uit Poelenburg voor hem waar.

De Volkskrant: ‘Ze zagen kansen, begonnen voor zichzelf en gingen gaandeweg Bulgaren rekruteren voor al het lapwerk, tegen vergoedingen ver onder het minimumloon. Voor het gemak opereerde het nieuwe bedrijf van de broers onder de naam van de onderneming van De Vries, Orion. Of varianten daarop, zoals Nieuw Orion of Orion Clean. Overal in het land liet de Bulgaarse brigade zich zien en van overal ontving De Vries klachten, jarenlang. Over Orion, niet zijn Orion, maar het Orion van de Turks-Nederlandse broers.’

‘Mijn glazenwasser is bedreigd door deze mensen’, schreef Esther uit Veenendaal al tien jaar geleden op een site voor klantbeoordeling van bedrijven. In de Vogelenbuurt in Utrecht werden huis-aan-huis waarschuwingsbriefjes verspreid: ‘Glazenwassersmaffia uit Zaandam actief in Utrecht’.

Jan Tromp beschrijft hoe moeilijk het voor de gemeente, de politie en justitie is de malafide, zo men wil maffiose praktijken aan te pakken. De Turks-Nederlandse bovenbazen glibberen door de mazen van  de wet. Eén keer, in 2014, zijn vier leden van de familie Y. aangepakt door justitie, met name wegens belastingontduiking. Een bedrag van 7,3 miljoen euro was voor de belastingen verzwegen. Eén neef werd veroordeeld tot een taakstraf van 60 uur, respectievelijk 60 dagen cel. ‘En de ruim 7 miljoen die was witgewassen in Turkije? Tja, dat geld was weg.’

De Bulgaren, allen lid van een Turks sprekende minderheid in Bulgarije, worden in het artikel beschreven als daders zowel als slachtoffers. Eigenlijk vooral dat laatste. Zij voeren de bedreigingen uit, maar dat gebeurt in opdracht van bazen door wie ze worden onderbetaald en uitgebuit.

Weinig arbeidsmigranten leven in zulke miserabele omstandigheden als de Bulgaren in Poelenburg en Peldersveld. Geen groep leerlingen zo moeilijk als de Bulgaarse, zegt directeur Petra Glandorff van basisschool Kleurenpracht tegen de Volkskrant. Een kwart van de leerlingen is Bulgaars. Ze spreken geen Nederlands, kunnen niet rekenen, gaan laat naar bed en komen vermoeid op school. Er bestaat een hoge absentie. De meeste Bulgaarse kinderen zijn ondervoed.

De schooldirecteur: ‘De ouders houden zich onzichtbaar, ze zijn wantrouwend. Ze werken zich kapot. Hun kinderen zijn vaak alleen thuis of worden verzorgd door oma’s. Die pamperen de kinderen. Dan komen ze naar school in een buggy, een luier om, lollie in de mond. Ik zit met de handen in mijn haar als het over de Bulgaren gaat.’


* Het bericht is op de site van Volkskrant gedateerd op 20 januari (05.00 uur) maar is al op de avond van de 19e gepubliceerd.

Bron: Volkskrant-website, Rob Vreeken maakte voor De Orkaan de samenvatting. Foto: Regina Regoort (glazenwassers komen niet in het verhaal voor) – bewerking De Orkaan.