Niet zo gek lang geleden hebben we ter redactie de poeplap getrokken om een werk van hem te kopen.

Deze kunstenaar ademde de Zaan op een manier die hij zelf nooit uit zou willen leggen. Daar begon hij echt niet aan: spreektijd ging af van schildertijd.

Wij menen dat nog niet iedereen deze Zaanse kunstenaar van wereldklasse op het netvlies heeft, maar Jaap Stellaart (Zaandijk, 1920 – Zaandam, 1992) was een man met een kop erop. Wij zijn geen kunstkenners, maar herkennen CoBra-kwaliteit gecombineerd met Zaanse eigenheimerheid en vakmanschap.

Wie wel kenner is, is de voormalig directeur van Kunstcentrum Zaanstad, Jan de Bruin. Hij vindt, net als Stellaart, dat het werk geen uitleg behoeft, maar dat het wel meer zichtbaar mag zijn. Zeker in het jaar dat de kunstenaar 100 geworden zou zijn.

Gistermiddag werd in de Wormerveerse Vermaning een kleine tentoonstelling geopend als onderdeel van zeven exposities op verschillende plekken in totaal dit jaar.

Cees Kingma verzorgde de openingsspeech en die mochten we 1:1 plaatsen.

Speech

Jaap op in z’n 100ste verjaardag in een Vermaning, hoe zou hij dat gevonden hebben?

Jaap koos zijn eigen demonen, daar had hij geen dominee, voorganger, rabbijn of pastoor voor nodig. Hij was van de Oosterse mystiek, hij noemde zich Shim Kôtima – ieder schilderij is een weldadig offer – hij creëerde z’n eigen universum.  

Daar komt bij dat Dopers hardwerkende en goudeerlijke mensen zijn, die leven in eenvoud en zuinigheid wars van iedere frivoliteit. Niet direct geneigd tot regelmatige aanschaf van moderne kunst.    

Ik heb gezocht naar een duidelijke definitie van Jaap z’n werk, waar zou ik het moeten plaatsen? Hij geeft dat antwoord zelf. Naar aanleiding van een dispuut in 1954 rondom een schilderij, dat is opgehangen in het stadhuis, werd hem gevraagd een toelichting op z’n schilderij te geven. Jaap was ook een woordkunstenaar: Als een toelichting mogelijk zou zijn dan schilderde de schilder niet meer, maar maakt hij alleen nog maar toelichtingen. Schilderen is een manier van spreken, zonder woorden. Een schilderij is nooit een tomaat, een stalen mast, een wolkenkrabber of een zichtbare vader en moeder met een lamp boven de tafel. Een schilderij is altijd een schreeuw, een stilte, een huivering, een ontmoeting, kortom een gesteltenis. Een kunstwerk is de communicatie, een schilderij verwijst alleen naar zichzelf en niet naar iets anders. En Jaap was duidelijk maatschappelijk geëngageerd: Dat er nu, in 1954, ook in ons eigen land naast de miljoenenuitgave voor straaljagers, een krats uitgegeven wordt voor cultuur, is een groteske paradox.

Na een experimenterende fase, waarin Jaap nog zoekende was naar zijn eigen expressie, werd hij toch steeds duidelijker een kunstenaar die gemakkelijk tot de vernieuwers van de CoBra groep zou behoren. Jaap miste de branie, en misschien ook het zelfvertrouwen, om daar uiteindelijk aansluiting bij te zoeken. Tekenend daarvoor is de deelname van Jaap, direct na de Tweede Wereldoorlog aan een expositie in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Er hingen drie werken van Jaap maar ook drie werken van Karel Appel. Appel vroeg 700, 800 en 900 gulden voor zijn schilderijen, Jaap 70, 80 en 90 gulden. Terwijl het werk van Jaap, in die tijd niet onderdeed voor het werk van Appel.

Maar Zaanse kunstenaars hadden het moeilijk. Er was praktisch geen mecenaat. Een kunstenaar moest leven van wat z’n werk hem opleverde. In de Zaanstreek bleef het realisme tot ver in de vorige eeuw de drijfveer om topografisch correcte landschappen, zonder opsmuk en frivoliteit, te schilderen. Voor vernieuwers was er amper markt in de Zaanstreek. In 1871 stonden Zaankanters niet in de rij om Monet landschappen en stadsgezichten te kopen. Hij heeft er waarschijnlijk 25 gemaakt in de Zaanstreek. Na 100 jaar kwam er één van z’n werken van zolder en hangt nu buiten de Zaanstreek in een Nederlands Museum en een ander werk is recent teruggekeerd naar het Zaans Museum. Er is geen enkele bewijs gevonden dat Zaanse kunstenaars contact hebben gezocht met de Fransman.

Jaap was autodidact. Althans, hij heeft nooit een opleiding gevolgd in een van de grote academische kunstinstellingen, hij heeft zelfs de ULO nooit afgemaakt. Jaap z’n vader was ambachtelijk timmerman en maakte onder andere de lijsten voor de schilderijen van Gerrit Jan de Geus. De Geus studeerde enige tijd aan de Rijksacademie in Amsterdam en was zeer goed op de hoogte van de nieuwste stromingen in de moderne schilderkunst. Bovendien was hij bevriend met een aantal gearriveerde Zaanse kunstenaars. De vader van Jaap vroeg of de Geus zijn zoon schilderles zou kunnen geven. Dit tekent de band die Jaap met z’n vader had. Het atelier in Krommeniedijk van de Geus werd al snel een soort kunstenaarskolonie, broedplaats voor nieuwe en frisse ideeën.

Jaap werd geboren in het jaar waarin de Vrede van Versailles werd getekend en het einde van de Eerste Wereldoorlog werd beklonken. De eerste vergadering van de Volkenbond vond plaats, Nederland sloot zich aan, Amerika bleef er buiten. Maar het Duitse leger trok het Rode Ruhrgebied binnen, Frankrijk reageerde met de bezetting van het Ruhrgebied. Het was nog lang niet rustig in Europa. In Nederland werd het algemeen kiesrecht (vrouwenkiesrecht) ingevoerd. Soms wordt de term ‘roaring twenties’ gebruikt om dat decennium te beschrijven. Dat geldt waarschijnlijk niet voor het gezin waarin Jaap opgroeit. Het timmerbedrijf van Jaap z’n vader gaat een aantal malen failliet. Jaap z’n vader radicaliseert en uit zich steeds vaker als anarchist. Hij slaat met z’n vuist op tafel als hij praat over de kerk en het kapitaal. Zoals bij de gestaalde kaders gebruikelijk noemt hij de kerk opium voor het volk. In Jaap z’n puber jaren roken overal de schoorstenen en ligt de Zaan vol met geladen schepen en scheepjes die de goederen aan- en afvoeren. Maar de lonen werden verlaagd, de arbeidsdagen verlengend en de sociale voorzieningen slechter. Die omgeving moet Jaap zeker hebben beïnvloed.

De Tweede Wereldoorlog, die volgende op de deprimerende crisisjaren, bracht een aantal jonge kunstenaars bij elkaar. Één ding hadden ze gemeen; ze wilden breken met de overheersing van het realisme, ze wilde abstracte kunst. Een enkeling werd gedreven door socialistische idealen zoals de verheffing van het volk. Andere hadden het over een vrije, spontane uitdrukkingswijze, waarbij zij terug wilden keren naar de bron van het scheppen. Ideeën die later door de CoBra beweging werden uitgedragen. Tot die groep Zaanse kunstenaars behoorden, naast Jaap, ook Gerrit Jan de Geus en Aart Roos.

In verschillende samenstellingen exposeerde de groep na de WO II. Soms als Zaanse Schilderskring ‘Kunst na Kennis’. De recensie naar aanleiding van Expositie De Zaende in de Meufafabriek was: De Geus: zeer modern, Roos: geabstraheerde werken, Stellaart: volledig abstract. Bij een Expositie in de Jonge Prins in Wormerveer in 1954 veroordeelde Roos, Stellaart en de Geus het Realisme dat de Zaanstreek nog steeds in de greep had.

Frans Mars, een gevestigde kunstschilder (en onderwijzer) was echter niet gecharmeerd van deze vernieuwing: Men mag zich in gemoede afvragen: waarom gaan mensen, die zich met deze soort knutselarij bezig houden, niet een baas zoeken, om aldus financieel min of meer onder dak, in hun vrije uren iets dergelijks te produceren. Zij zouden dit kunnen doen zoals een ander postzegels verzameld of molenfoto’s inplakt. Het nuttige van deze vrijetijdsbesteding zou dan zijn, dat nog het Rijk nog gemeente deze artiesten zou moeten ondersteunen. Nog nuttiger is, dunkt mij, dat geen van beide instanties verplicht zou zijn deze geverfde stukjes huisvlijt te kopen. Mars doelde hier waarschijnlijk op de Contraprestatieregeling, de voorloper van de BKR.

Jaap en zijn Zaanse kornuiten, behoorden, net zoals de leden van de CoBra groep, tot de vernieuwers van de kunst. In Jaap z’n geboortejaar overleed de Italiaan Amedo Modigliani, een van de grootste kunstenaars uit de vorige eeuw. Het zou zomaar kunnen dat deze postimpressionistische schilder bepalend is geweest voor de ontwikkeling een groep Zaanse kunstenaars die nooit de waardering heeft gekregen die ze eigenlijk verdienden.  

De Zaanstreek was niet voorbereid en had geen ervaring met het adopteren van baanbrekende kunstenaars. Er waren enkele Zaanse ondernemers die kunsternaars ondersteunde: J.J. Duyvis, P.M. Duyvis, Houthandel Pont en Polak & Schwarz. Maar het was onvoldoende en te beperkt om een levensvatbare kunstgemeenschap te onderhouden.

In architectuur durfde de Zaanse ondernemer wel te vernieuwen. De Boon Cacaofabriek aan de Markstraat is door een Zaanse architect gebouwd in de stijl van Het Nieuwe Bouwen met hele duidelijke Art Deco ornamenten. Ook Mercurius is in Art Deco stijl gebouwd door diezelfde Wormerveerse architect. Het gebouw van Polak & Schwarz noemt men ‘zakelijk expressionisme’ met invloeden van het Nieuwe Bouwen. De meelfabriek De Vrede in de Achtersluispolder werd een schoolvoorbeeld van de Amsterdamse School. Net zo als het kantoor van de Deurenfabriek van Bruynzeel, een ontwerp van Jan Wils (o.a. de ontwerper van het Olympisch Stadion in Amsterdam. Terwijl kort daarvoor nog werd gebouwd in een neorenaissance stijl in baksteen afgewisseld in zandsteen en met z’n speklagen. Hollandse renaissance die verwijst naar de Gouden Eeuw. Oud-Hollandse burgerlijke bouwkunst. Waarom zijn er geen invloeden van CoBra in de architectuur. De Stijl en bijvoorbeeld Art Deco zijn wel terug te vinden in de bouwkunde.     

Waarom werd de Zaanse schilderkunst niet op dezelfde manier omarmt?

De Zaanstreek kan het goedmaken. Ik heb vorig jaar mogen meewerken aan een project voor het inventariseren van Wederopbouw architectuur in de Zaanstreek. Ik ben toen regelmatig bij gebouwen geweest die nu bedreigd worden, maar die uitstekend dienst zouden kunnen doen als Expositieruimte van de Zaanse kunst uit de afgelopen eeuwen. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de Jozefkerk in het Kalf; een prachtige open ruimte die zich uitstekend leent voor het tentoonstellen van de meeste uiteenlopende kunstvormen.

Jaap werd trouwens geboren in hetzelfde jaar als Dave Brubeck, zal daar z’n muzikale aanleg vandaan komen? En van Amalia Rodriques, maar dat is mijn eigen afwijking.         

Aan het einde van zijn carrière had Jaap het steeds vaker over Jozef de Timmerman als hij over z’n vader sprak, hij was de zoon van Jozef: Jezus. En zo komt het dus allemaal nog goed in deze vermaning.    

Cees Kingma

  • Bij Galerie Staphorsius in Westzaan zijn de werken tot 19 september te zien.
  • De expositie in de Wormerveerse Vermaning wordt op zaterdag 1 augustus om 14.30 uur geopend en is in die maand op zaterdag en zondag van 14:00 tot 17.00 uur te bezoeken.
  • Bij Fluxus (Verkadefabriek, Westzijde Zaandam) is de expositie van 5 september tot 1 oktober te zien.
  • Het Weefhuis in Zaandijk exposeert Stellaart van 16 t/m 18 oktober, opening 16 oktober om 20.00 uur.
  • De Fabriek toont werken van Stellaart van 29 oktober tot 27 november.
  • In het Honig Breethuis in Zaandijk zijn de werken van Stellaart van 31 oktober t/m 29 november te zien.
  • De expositie in de Bullekerk in Zaandam is van 3 t/m 29 november.