Op 15 februari 1992 verscheen Dagblad Zaanstreek als resultaat van een fusie tussen twee voormalige concurrenten Zaanlander en Typhoon.

We denken de komende tijd terug met mensen die direct betrokken waren bij een van de twee kranten die 25 jaar geleden verdwenen.

Vandaag ex-Typhoon-journalist Melchert Leguijt. S5 was een ‘aanbeveling’ volgens de toenmalige hoofdredacteur De Vries.

Jan de Vries zat er die novemberochtend in 1979 ontspannen bij. De hoofdredacteur van De Typhoon had zijn armen losjes over elkaar, hing licht onderuit in zijn stoel en ik verdacht hem ervan dat hij zijn benen het liefst op het bureau had gelegd. Zijn gemoedstoestand stond in schril contrast met die van mij. Ik had zweetplekken onder mijn oksels en zat nerveus met een pen te spelen. Niet zo handig tijdens een sollicitatiegesprek, maar ja, ik wilde die baan als sportredacteur bij dé krant van de Zaanstreek ook zo verschrikkelijk graag. En bovendien moest ik De Vries nog gaan vertellen dat ik, om de job te krijgen, het in militaire dienst op S5 had aangestuurd.

Bijverdienste

Hoe was het zover gekomen? Twee jaar eerder had ik met succes gereageerd op een oproep van De Typhoon. De krant zocht freelance medewerkers voor de sportredactie. Sinds die tijd zwierf ik in de weekeinden over de Zaanse velden en maakte af en toe een interview met een lokale sportheld. Het was een aardige bijverdienste voor een student aan de Pedagogische Academie.

En toen kwam het moment dat Piet Brand, de chef van de sportredactie, mij vroeg te solliciteren op een vacature. Ik sprong een gat in de lucht, want ik had inmiddels ontdekt dat voor de klas staan niets voor mij was en bovendien reageerden er in die tijd een paar honderd mensen als er eens een baan op een lagere school vrijkwam.

Er was één probleempje: ik zat net twee maanden in militaire dienst en de legerleiding achtte mij dermate onmisbaar voor de verdediging van het land dat ze mij niet zonder slag of stoot wilde laten gaan. Maar door enkele spontane aanvallen van heimwee en met hulp van een dienstplichtig psycholoog, die ook wel begreep dat ik deze kans niet wilde laten lopen, kwam ik toch onder mijn dienstplicht vandaan. Met S5, dat wel. Voor de jonge lezertjes: dat was een soort gekverklaring. En of dat nou gunstig was voor het krijgen van een baan was, betwijfelde ik toch wel. Maar Jan de Vries vond het geen enkel probleem:

“Zo jongen, dus jij hebt S5. Dat lijkt me alleen maar een aanbeveling, je kunt op 1 december beginnen.’”

En zo kwam ik de sportredactie van De Typhoon terecht met Piet Brand, Han Lieshout en Ed Blaauw. Vier man, dat was luxe, zeker als je het vergelijkt met die ene sportredacteur, waarmee Dagblad Zaanstreek het nu moet doen. Het gaf ons bijvoorbeeld gelegenheid om een dagje naar Maastricht te gaan, waar de Zaandamse voetballer Bert van de Poppe een contract bij MVV had getekend.

Toen AZ voor de UEFA Cup tegen Beveren had geloot, reed Ed Blaauw naar België om Jean Marie Pfaff te interviewen. De toen al beroemde keeper nam Ed mee naar een heel deftig restaurant, waar de verslaggever peentjes zat te zweten, omdat hij slechts een paar tientjes in zijn portemonnee had, maar gelukkig voor hem betaalde Jean Marie alles.

Prins Bernhard

Ik viel met mijn neus in de boter, want AZ hoorde in die tijd tot de top van Nederland, werd in 1981 landskampioen en haalde in dat jaar de UEFA Cup-finale, waarin het speelde tegen Ipswich Town. Nadat AZ de uitwedstrijd met 3-0 had verloren, volgde twee weken later de return in het Olympisch Stadion.

Ik ging er heen met Piet Brand en Piet had keurig een parkeerplaats voor zijn DAF geregeld op het stadionterrein. Toen wij daar aankwamen stond er zelfs een bord bij die plek, met de tekst: ‘Gereserveerd voor PB’. Dus Piet parkeerde zijn DAF in het vak, maar dat was niet de bedoeling, want toen wij uitstapten kwam er een suppoost aangestormd, die ons liet weten dat we heel snel weg moesten wezen: “Want deze plek is gereserveerd voor Prins Bernhard”.

We schreven niet alleen over topvoetbal. Van alles en nog wat haalde de sportpagina’s van De Typhoon. Van duivenmelkers met een gouden duif, tot en met de vijfde dan voor karatecoryfee Siem van den Nieuwendijk. En van de kolvers in het Moriaanshoofd te Wormer tot toerfietsfanaat Lucien Schipper, die in het zomerseizoen dagelijks meer dan 200 kilometer op de fiets zat. Er was zelfs een wekelijkse pagina Clubecho’s, waarop verenigingen hun eigen nieuws kwijt konden.

Dagblad Zaanstreek

Werken op de sportredactie van De Typhoon was een feest, met één schaduwkant: het immer teruglopende aantal abonnees. Toen ik in 1979 bij de krant kwam, had De Typhoon er ongeveer 26.000 en concurrent De Zaanlander rond de 5000. Een ongelooflijk aantal voor een klein gebied als de Zaanstreek. Sinds die tijd is het langzaam bergafwaarts gegaan. Het was frustrerend om, ondanks alle inzet en dikke kranten boordevol nieuws, telkens te horen dat er weer minder abonnees waren.

In 1992 gebeurde het onvermijdelijke: De Typhoon en de Zaanlander werden samengevoegd tot Dagblad Zaanstreek. Het was eigenlijk nog een wondertje dat die twee dagbladen zo lang naast elkaar hadden bestaan. De journalistiek was de grote verliezer, want de concurrentie viel weg. Na de fusie kon je een verhaal of een nieuwtje rustig een paar dagen vasthouden, want er was toch geen ander medium dat het bracht.

Nu, 25 jaar later, moet de redactie het doen met hooguit een derde van het aantal mensen vergeleken met het aantal van de hoogtijdagen. En wil de directie van uitgever TMG nog eens een kwart van het aantal arbeidsplaatsen schrappen. En hoewel ik al een paar jaar niet meer bij de krant werk, word ik daar heel erg treurig van.

Melchert Leguijt werkte van 1979 tot 1992 bij De Typhoon en daarna tot 2014 bij Dagblad Zaanstreek.

Eerder verscheen:

(foto van Gemeentearchief Zaanstad, Typhoon-gebouw in 1989, foto W. de Jong.)