PVV-fractieleider Peter van Haasen heeft maar een woord nodig: hij hoort asielzoeker en spoedt zich tijdens de raadsvergadering terstond naar het spreekgestoelte. In zijn bijdrage bij de Algemene Beschouwingen over de Voorjaarsnota in de gemeenteraad van Zaanstad verweet Van Haasen de gemeente dat de asielzoeker het businessmodel van Zaanstad was. Een typisch gevalletje van ‘zoals de waard…’. De asielzoekers – of beter gezegd: de afkeer, verontwaardiging en woede over asielzoekers – is het businessmodel van de PVV.

Door Piet Bakker

Het businessmodel van Van Haasen begint na een bijdrage van D66-raadslid Flip Hoedemaeker waarin die ondermeer over asielzoekers spreekt. Van Haasen loopt naar de microfoon:

“Ik hoor het magische woord om mij uit de stoel te krijgen en dat is ‘asielzoekers’. Dus laten we daar wat over zeggen.”

Als Van Haasen later zelf een bijdrage levert, kunnen ook daarin de asielzoekers niet ontbreken, al is het via een curieuze omweg over de fietsbrug over de Thorbeckeweg tussen Achtersluispolder en Oostzaan:

“Het is raar dat we Oostzaan een fietsbrug cadeau doen. Maar Zaanstad denkt met een nieuw verdienmodel – de opvang van asielzoekers – onze fietsbrug te financieren. De brug is natuurlijk wel handig, als Amsterdam de hoerenbuurt verplaatst naar Noord. Dan is de bronstige asielzoeker vanuit de Achtersluispolder op het fietsje daar zo naartoe.”

Van Haasen fietst zelden, dat is duidelijk, en ook van de topografie van Zaandam, Amsterdam en Oostzaan heeft hij geen kaas gegeten, want via die fietsbrug komt hij (of zijn ‘bronstige asielzoeker’) natuurlijk helemaal niet bij het NDSM-terrein waar eventueel een nieuw erotisch centrum komt, maar gewoon in Oostzaan. NDSM is de andere kant op.

Zijn ‘grap’ over de bronstige asielzoeker viel niet bij alle collega’s even goed. Burgemeester Hamming liet het passeren maar Hanneke Veurink (CU) noemde het respectloos, volgens Van Haasen was het helemaal niet ‘disrespectvol’. Khaan Kük (DENK): “gênant om de gemiddelde asielzoeker tijdens een raadsvergadering hoerenloper te noemen.” Van Haasen: “Dat zijn uw woorden, ik heb dat woord niet gebruikt”. Na de vraag van Kük of Van Haasen het het hoeren-zinnetje nog een keer wilde voordragen, greep Hamming dan toch in: “dat lijkt me niet verstandig. Dat doen we dan na de vergadering.” Marc Wit (CDA): “Ik vind dat hier niet kunnen.” Van Haasen: “Ik wou alleen het belang van de fietsbrug benadrukken.” Wit: “Wij mogen hier soms het woord ‘lullig’ niet noemen maar dit is veel erger. Daar moeten we echt afstand van nemen.”

Van Haasen hanteert het asielzoekers-businessmodel om in de publiciteit te komen, en dat lukt prima. Voor media is het schipperen: trappen we erin of doen we of we gek zijn en negeren we het. In dit geval slaat de balans door naar de kant van toch maar publiceren.

Kijk het hier terug (het begint na 2 uur en 5 minuten).