De gedwongen sluiting van het OFC-complex door de gemeente Oostzaan moet teruggedraaid worden.

Dat stelde de kort-gedingrechter in Haarlem vanmiddag na de zitting van de rechtszaak die OFC had aangespannen.

De uitspraak is een voorlopige voorziening. Op 21 januari volgt een nieuwe zitting. OFC vertoonde zich verheugd over de uitslag. De gemeente zegt de zitting van de 21 af te wachten. Dan zal niet de civiele rechter maar de bestuursrechter zich over de zaak buigen.

Het kort geding was een reactie op de plannen om het OFC-complex te sluiten. De achtergrond is een slepende ruzie tussen OFC en Oostzaan naar aanleiding van de betrokkenheid van de omstreden geldschieter Marwan K. Rond 11.00 uur vrijdagmiddag werd het complex voor 4 weken afgesloten.

De tweet van de Rechtbank Noord-Holland:

“Kortgedingrechter verbiedt gemeente Oostzaan sluiting sportcomplex Stichting Sportcomplexen Twiskeweg (SST) verder te effectueren tot bestuursrechter op verzoeken om voorlopige voorziening van SST en Oostzaanse Football Club (OFC) heeft beslist. Bestuurszitting is 21 januari.”

Het bericht op de Facebookpagina van OFC:

“vandaag heeft de rechter een voor OFC positieve uitspraak gedaan. Dit betekent dat het complex dit weekend gewoon beschikbaar blijft voor alle sportactiviteiten. Daar zijn wij uiteraard erg blij mee. Let wel deze kwestie is nog niet afgerond.a.s dinsdag staat er een nieuwe rechtszaak op de rol. Tegelijkertijd willen wij de gesprekken met de gemeente voortzetten met de verwachting ook hier op korte termijn een voor beide partijen geschikte oplossing te vinden. Hopelijk geeft dit dan voor alle partijen rust waarmee wij ons weer vooral bezig kunnen houden met waarom het allemaal te doen is, voetbal.”

Met vriendelijke groet

Bestuur OFC

Oostzaan reageerde op de gemeentelijke website:

De burgemeester heeft vandaag de weloverwogen beslissing genomen om het complex van OFC bestuurlijk te sluiten.

OFC en SST hebben de civiele rechter gevraagd om de sluiting van het OFC-complex voorlopig terug te draaien. Namens de gemeente is aangevoerd dat niet de civiele rechter, maar de bestuursrechter hierover gaat, die dit dinsdag zal behandelen.

Tot dat moment mocht de sluiting volgens de bestuursrechter in werking blijven, zo besliste hij schriftelijk tijdens de zitting bij de civiele rechter.

Toch vindt de civiele rechter dat hij óók een oordeel mag geven, omdat de bestuursrechter op deze korte termijn geen mogelijkheid bood om de zaak op een inhoudelijke zitting te behandelen.

Vervolgens heeft de civiele rechter besloten dat de sluiting voorlopig niet mag worden uitgevoerd, totdat de bestuursrechter inhoudelijk heeft gesproken. Tot dat moment moet het complex dus weer open.

Rob Meerhof; “Ik heb de bestuurlijke sluiting op goede gronden genomen. Ik kan niet anders dan de uitspraak van de civiele rechter respecteren. Ik sta nog steeds achter de reden waarom ik dit bestuurlijke besluit heb genomen. Dinsdag zullen we dit bij de bestuursrechter verder onderbouwen.”

ofc afgesloten